Selecteer Pagina

Onze bijdrage aan de energietransitie

door | 18 feb, 2022 | Energie, Innovatie, Uitgelicht

Foto: Pierre Crom

Medio dit jaar opent het Fieldlab Industriële Elektrificatie (FLIE) zijn Pilot Center in Rotterdam. Directeur Josepha van Kollenburg ziet dat als het échte begin. “Er is in Nederland en voor zover wij weten ook in heel Europa geen fysieke locatie waar men dergelijke Power-to-X-technologieën op één locatie kan testen.”

[ihc-hide-content ihc_mb_type=”show” ihc_mb_who=”2,4″ ihc_mb_template=”3″ ]

Sinds deze zomer ben je in deze functie actief. Wat sprak je aan in deze baan om de sprong te wagen van PlasticsEurope, waar je hiervoor werkte?

“Ik had het naar mijn zin bij PlasticsEurope, waar ik ook met duurzaamheid bezig was, met green deals, circulariteit en het imago van plastic dat onder druk staat. Maar ik wilde meer doen. Nog meer mijn steentje bijdragen aan een betere wereld voor nu en voor de toekomst, en nog intensiever bezig zijn met duurzaamheid. Toen kwam deze vacature op mijn pad. FLIE zocht een strategische people manager die kan bijdragen aan die energietransitie. Dat sprak mij meteen aan en ik besloot te reageren.”

Je had al een band met de industrie.

“Ik heb zes jaar in verschillende posities bij SABIC gewerkt, waar ik allerlei facetten binnen een grote industriële eindgebruiker heb meegekregen. Daarna heb ik drie jaar gewerkt voor PlasticsEurope, de Europese belangenbehartiger voor plastic-pelletproducenten. Ik was dus al jaren met de industrie bezig, waaronder ook in Rotterdam. Dit gebied spreekt me ontzettend aan. Ik ben een Brabantse, geboren en getogen in Tilburg, maar voor Rotterdam heb ik altijd wel een speciaal plekje in mijn hart gehad. Ik heb de Brabantse gezelligheid, gecombineerd met de Rotterdamse directheid. En pit, dat zit er ook wel in!” 

Kan je kort uitleggen wat het FLIE doet?

“Ik zeg altijd: het fieldlab is de versneller van de samenwerking in de nieuwe waardeketen van elektrificatie van de industrie. We staan aan de wieg van een nieuwe industriële revolutie. We moeten vergroenen, of dat nu met elektriciteit, waterstof of een andere energiebron is. Er moet iets gebeuren. Wij zijn daarin de versneller, want wij brengen alle kennis en kunde bij elkaar. Onze vijf founding partners Deltalinqs, FME, Havenbedrijf Rotterdam, InnovationQuarter en TNO bundelen hun krachten in het fieldlab. Ook bieden wij straks met ons Pilot Center de mogelijkheid om innovatieve technologieën marktrijp te maken. Kijk, onze missie is het verlagen van de CO2-uitstoot. Een groot deel van die CO2-reductie valt waar te maken door energie-intensieve industriële processen, die zijn gebaseerd op fossiele brandstoffen, te vervangen door bijvoorbeeld elektrische processen. In ons Pilot Center kunnen bedrijven deze zogenoemde Power-to-X-technologieën testen op een industrieel relevante schaal. Er is in Europa geen locatie waar men die technologieën in een proeftuin kan zien werken. Dat maakt ons uniek.”

Waar bestaan je werkzaamheden uit?

“Mijn werk is ontzettend divers. Het voelt alsof ik op een rijdende trein ben gesprongen. Met het team van het fieldlab hebben we best al wat grote stappen gezet. Daarnaast zie je dat om ons heen – in de industrie, maatschappij en politiek gezien – de druk steeds groter wordt om te verduurzamen. We hebben het momentum dus mee, kun je zeggen. Maar je vraag was hoe mijn gemiddelde werkdag eruit ziet. Gelukkig is die iedere dag anders. Ik ben een meewerkende directeur, dus ik werk met het team mee aan projectontwikkeling en het bekendmaken van de producten en diensten van FLIE. Ik praat daarvoor veel met stakeholders, zoals industriële eindgebruikers en technologie-aanbieders, die we bij elkaar willen brengen. Wij helpen bij de ontwikkeling en validatie van hun technologieën, zodat de stap naar daadwerkelijke implementatie in de industrie aanzienlijk wordt verkleind. Ook houd ik contact met de gemeente en provincie, die ons steunen bij de opstart van het fieldlab. Binnen het team benutten wij de kracht van de partner-organisaties, zodat we bedrijven die met ons willen werken het maximale kunnen bieden. Daarnaast probeer ik het fieldlab zoveel mogelijk onder de aandacht te brengen door presentaties te geven op events, seminars en andere bijeenkomsten. Verder werk ik aan het doorontwikkelen van het fieldlab. Een fieldlab heeft geen recht van bestaan als er geen testomgeving is, waar men daadwerkelijk kan testen en zien of een technologie werkt. Daar zijn we de afgelopen periode met ons team druk mee bezig geweest. Komende zomer gaat ons Pilot Center, genaamd Central Hub, op locatie bij Plant One Rotterdam open. We zijn het afgelopen jaar begonnen met het verzamelen van projecten die eindgebruikers en technologie-aanbieders op de pilotlocatie gaan draaien. Die projecten vormen de kern van het fieldlab. Daarnaast ben ik veel met jongeren bezig, via onder andere de hogescholen en ROC’s. Zij zijn de toekomst. Daarom moeten we de jeugd voor techniek interesseren en hen voor deze regio zien te behouden. Wij zoeken daarin de samenwerking met bedrijven. Wat voor opleidingen zijn er nodig? Wat hebben wij nodig voor de technologieën van de toekomst?”

Stel dat het FLIE niet zou bestaan, wat wordt er dan gemist? 

“Er zijn veel technologieën die zich al hebben bewezen en marktrijp zijn. Denk aan een warmtepomp of e-boiler, die op hogere TRL-niveaus [Technology Readiness Level, red.] zitten. Die technologie is bewezen en commercieel. Maar er zijn ook veel nieuwe technologieën, denk aan TRL-niveaus 4-6, die nog getest en verder opgeschaald moeten worden. Het fieldlab is een uitkomst voor industriële eindgebruikers die wel willen vergroenen, maar niet weten hoe óf ze kunnen dit niet in hun bedrijf testen. Je gaat niet je dagelijkse processen stilleggen om te kijken of een innovatie wel of niet werkt. Vergeet ook niet dat een testlocatie aan veiligheidseisen en vergunningen  moet voldoen. Er komt behoorlijk wat bij kijken. Daarvoor zijn wij dus de uitkomst. Wij bieden een veilige testlocatie, waar alle vergunningen zijn geregeld. Ook voor waterstof; als je daar een vergunning voor moet aanvragen, ben je soms twee of drie jaar verder. In ons Pilot Center kan men straks trial and error gaan uitproberen of iets werkt of niet. Ook als iets niet blijkt te werken, is dat een antwoord op een vraagstelling en kan men weer verder. Dat is wat wij in de energietransitie bijdragen.”

Hoe lang zal het fieldlab nog nodig zijn?

“We draaien nu op subsidie en bijdragen van onze founding partners. Dat loopt tot het najaar van 2023. Maar als ik naar andere fieldlabs kijk, houdt dat niet na twee of drie jaar op. Die bestaan al een behoorlijke tijd. In ons Pilot Center komen drie lijnen, gebaseerd op waar de markt nu klaar voor is. Dat is geen vaststaand gegeven, maar ontwikkelt zich door. In de afgelopen maanden is er bijvoorbeeld alweer nieuwe technologie bijgekomen. We zullen dus regelmatig in nieuwe apparatuur moeten investeren. Voorlopig zijn wij niet klaar.”

Kun je de organisatie beschrijven?

“We hebben een groep van ongeveer dertien gedetacheerde personeelsleden, die door onze founding partners worden ingezet. Office manager Marga van der Aart en ik zitten fulltime op het fieldlab. Wij zijn gedetacheerd vanuit Deltalinqs. Daarnaast zijn er vanuit Deltalinqs, het Havenbedrijf Rotterdam, TNO, InnovationQuarter en FME business developers, projectmanagers, een communicatiemanager en een controller ingezet. Ze zijn superdeskundig, gepassioneerd en krijgen vanuit hun moederorganisatie ook de ruimte om zich voor het fieldlab in te zetten. Ik merk dat we groeien en meer mensen nodig zullen hebben. Als die projecten straks ook gaan lopen in het Pilot Center, hebben we ook operators nodig. Iemand moet die processen begeleiden. Daarom is de samenwerking met Plant One Rotterdam ook zo interessant, want zij kunnen een deel van de operators aanleveren.”

Ook biedt FLIE een Solution Center. Wat is dat precies, en is dat al actief?

“Wij zijn in februari vorig jaar met ons Solution Center op RDM begonnen. Wij doen daar haalbaarheidsstudies, denken mee in subsidieaanvragen, financieringsvraagstukken, wet- en regelgeving en vergunningaanvragen. Ook geven we workshops en cursussen. Het is het basiskantoor van waaruit we werken. Wij starten daar ook de quickscans voor bedrijven hoe zij hun energiehuishouding kunnen verbeteren. Als straks het Pilot Center operationeel is, wordt dat onze centrale hublocatie, waar het Solution Center naartoe verhuist.”

Hoe komt het Pilot Center er uit te zien? 

“Het is in een van de hallen van Plant One Rotterdam gehuisvest, waar we 720 vierkante meter tot onze beschikking hebben. Het Solution Center komt in een kantoorruimte van 120 vierkante meter naast de hal te zitten. Op het moment zijn we bezig met het aanleggen van een epoxyvloer waarop die drie lijnen komen te staan. Ten eerste een Power-to-Heat-lijn voor het omzetten van elektriciteit naar hete lucht of stoom, ten tweede een lijn voor de indirecte conversie van CO2 naar dimethylether en ten derde een directe conversie van CO2 naar mierenzuur. De meeste onderdelen worden als losse modules aangeleverd, die verrijdbaar zijn. Je kunt er ook weer andere apparatuur op aansluiten. Je kunt het zien als een productiehal.”

Waarom is de keuze op Plant One Rotterdam gevallen?

“We hebben meerdere locaties onderzocht. Belangrijk was dat er genoeg ruimte was, maar vooral dat de vergunningen in orde zijn. Ook hebben we de juiste utilities nodig, zoals water, elektra, aardgas en waterstof. Plant One Rotterdam ligt in de Botlek, temidden van de industriële eindgebruikers. Het is dé locatie waar wij dit alles op de snelst mogelijke manier kunnen verwezenlijken.”

Hebben jullie ook al een aantal projecten aan jullie weten te binden?

“In november zijn de handtekeningen met Plant One Rotterdam gezet. Vervolgens zijn wij de apparatuur gaan bestellen, wat een miljoeneninvestering is. Aangezien sommige leveringen zijn vertraagd, hebben wij daarin ook onze uitdagingen. Aan alle lijnen is inmiddels een project gekoppeld. Als de lijnen zijn geïnstalleerd, kunnen we daarmee van start gaan. Het wordt belangrijk dat de industrie gaat aansluiten en dat wij ontzettend veel kunnen gaan testen.”

Hoe is de belangstelling vanuit het bedrijfsleven?

“We zetten matchmaking events op, wat wij voor onder andere Shell en Ducor hebben gedaan. Zij presenteren daar warmtevraagstukken, bijvoorbeeld hoe de terugverdientijd van een warmtepomp van zeven jaar valt te verkorten. Die vragen zetten wij uit naar een aantal technologieleveranciers, die hun ideeën op het event kunnen pitchen. De eindgebruiker gaat vervolgens met een of meerdere van deze partijen in gesprek. Het mooie is dat er naast de matchmaking meer mooie synergieën ontstaan, die wij vooraf niet hadden voorzien. Ook met Huntsman doen wij een project. Dit zijn enkele voorbeelden van eindgebruikers die tevreden zijn over FLIE. Andere industriële partijen zijn als het goed is bezig met elektrificatie, maar vele zijn nog zoekende. De grote uitdaging is dat zij al jaren vertrouwen op een bepaald proces en infrastructuur dat gewoon werkt, dat betrouwbaar is en waaraan operators en engineers gewend zijn. Ga daar maar eens iets nieuws voor neerzetten. Veel industriële bedrijven willen wel, maar twijfelen hoe ze het moeten aanpakken. Ook hebben zij hun bedenkingen of de overheid op de lange termijn wel meewerkt. De huidige kortetermijnvisie van de overheid vormt echt een blokkade. Industriële eindgebruikers moeten miljoeneninvesteringen doen die jaren bestrijken. Dat doe je niet als de overheid je geen commitment geeft. Verder is er voldoende elektriciteit nodig op het net. In Zeewolde komt een groot datacenter, dat ook behoorlijk wat elektriciteitscapaciteit in zal nemen. De vraag naar groene energie neemt zienderogen toe, terwijl een duidelijke integrale visie op het meegroeien van het electriciteitsnet op dit moment achterloopt op de vraag. Al vind ik ook dat het soms een kwestie van gewoon beginnen is. Je moet het aandurven om het first mover advantage te pakken. Wij kunnen daarbij de helpende hand bieden.”

Wat zie je voor FLIE als voornaamste uitdaging?

“Dat de industrie de stap gaat zetten en niet in een afwachtende modus blijft hangen. Er zijn bedrijven die wachten op het Ei van Columbus, waardoor ze in één klap het einddoel hopen te bereiken. Maar dat komt er gewoon niet. De energietransitie gaat stapsgewijs. Vergelijk het met je eigen huis: je begint met betere isolatie, daarop volgt een warmtepomp of zonnepanelen op je dak. Zo wordt je langzaam groener. Verder is het, zoals ik net aangaf, belangrijk dat er voldoende stroom voor industriële elektrificatie beschikbaar is. We betrekken daarom ook TenneT, Stedin en verschillende energiemaatschappijen bij onze projecten.”

Hoe kijk je zelf op de eerste zes maanden terug?

“Er zijn grote stappen gezet. We zijn ontzettend blij dat we dit jaar ons Pilot Center kunnen openen. Ook ben ik ontzettend trots op het team. Er zit veel energie, wil en power in en iedereen gelooft in FLIE. Mensen werken allemaal vanuit hun eigen functie voor deze start-up – wat het fieldlab is – maar die mindset is wel hetzelfde. Dat vind ik mooi om te zien. Het raakt nu in zo’n stroomversnelling. Als ik zie hoeveel mensen mij benaderen; iedereen wil iets doen. ‘Hoe kan ik helpen en aan de energietransitie bijdragen’?’, wordt mij vaak gevraagd. Dat vind ik heel positief. De opening van het Pilot Center komende zomer wordt de kers op de taart, waarnaar wij nu aan het toewerken zijn. Tegelijkertijd is dat pas het begin. Dan moet het gaan lopen.”

Wie is Josepha van Kollenburg?

Josepha van Kollenburg studeerde International Business & Management Studies aan de Avans Hogeschool Breda, gevolgd door een Master International Management aan de Universiteit van Tilburg. Van 2012 tot 2018 werkte ze in verschillende functies voor SABIC. Bij PlasticsEurope was Van Kollenburg drie jaar actief als manager communications/project manager. In augustus 2021 volgde zij Jeroen van Woerden op als directeur bij het Fieldlab Industriële Elektrificatie. 

[/et_bloom_locked]

Nieuwsbrief

Wekelijks het laatste Rotterdamse industrienieuws direct in je inbox? Meld je dan nu aan en blijf zo op de hoogte!

Bedankt voor het aanmelden. Veel leesplezier!