De raffinaderij van Shell in Pernis (archieffoto: Shell)
“Het gaat economisch niet goed in Rotterdam met de chemische industrie.” Met die woorden opende Eline van Krimpen, projectleider circulaire economie bij Deltalinqs een sessie met de titel ‘Hoe concurrerend zijn de Rotterdamse haven en industrie (nog)?’ tijdens het congres Recharge Earth, vorige maand in Rotterdam.
Tekst: Mels Dees
Drie sprekers adresseerden het thema vervolgens tijdens de sessie, namelijk Toine van de Lindeloof van Nobian, Hans van der Kaaij van LyondellBasell en Arnold Mulder van Shell. Zij maakten duidelijk dat het speelveld scheef is, dat verduurzaming zonder verdienmodel niet houdbaar is en dat de tijd dringt.
Hans van der Kaaij zegt het onomwonden: “Het gaat niet zo heel erg best in de chemie.” Sinds 1984 werkt hij in de sector en nu is hij director sustainability binnen de Intermediates & Derivatives-divisie van LyondellBasell. Zijn opdracht: een business ontwikkelen voor circulaire en biocirculaire producten. Het technisch vermogen om deze producten te maken is aanwezig. Maar de volgende stap, ze rendabel verkopen, blijkt veel moeilijker. “Die producten zijn vaak gewoon te duur. Dan wordt het onmogelijk om een duurzaam verdienmodel op te bouwen.”
Meer lezen? Neem dan een abonnement op Europoort Kringen!