Selecteer Pagina

‘Een belangrijke technologische stap voorwaarts’

door | 24 apr, 2023 | Opslagtanks, Uitgelicht, Waterstof

Waterstoffabriek LOHC Logistix in Rotterdam

Vopak wil een LOHC-fabriek realiseren in de haven van Rotterdam. Dat doet het met de joint venture LOHC Logistix, waarin het samenwerkt met het Duitse bedrijf Hydrogenious. Marcel van de Kar (Vopak) licht de plannen toe, gaat in op de manieren waarop waterstof kan worden vervoerd en legt uit wat het lastige is aan het verduurzamen van ketens. 

[ihc-hide-content ihc_mb_type=”show” ihc_mb_who=”2,4″ ihc_mb_template=”3″ ]

Marcel van de Kar is global director new energies bij Vopak. “Als opslagbedrijf slaan we bij onze 79 terminals wereldwijd de producten van nu op, zoals chemicaliën, gassen, ruwe olie, biofuels en waste based products. Tegelijkertijd ontwikkelen wij infrastructuur die nodig is voor de energietransitie. Ons portfolio gaat dus veranderen. In de 407 jaar dat dit bedrijf bestaat, is dat regelmatig gebeurd”, zegt Van de Kar. Hij is in 2017 met een klein groepje mensen aan deze baan begonnen, waarbij eerst een oriëntatie plaatsvond over de rol die Vopak in de energietransitie kan spelen. Natuurlijk kunnen de terminals worden verduurzaamd, maar de echt grote rol die het opslagbedrijf hierin denkt te vervullen, is dienstverlenend: het ondersteunen van de industrie, zodat die de energietransitie kan doorkomen. “Al vrij snel hebben we vier pilaren gedefinieerd waarin wij een voortrekkersrol kunnen spelen. Dit zijn waterstof, CO2-infrastructuur, duurzame brand- en grondstoffen en langdurige energieopslag.”

Large scale pilot

Waterstof speelt een belangrijke rol in de energietransitie, is de overtuiging van Van de Kar. “Lokaal kan je goed waterstof maken, maar niet in de hoeveelheden die de industrie en samenleving nodig heeft. Je kunt het uit verschillende landen importeren, en dat kan niet overal met pijpleidingen. Het vervoeren van waterstof, dat uit een zeer klein molecuul bestaat, is echter lastig. Andere gassen kun je koelen, waardoor je grotere volumes kunt transporteren. Waterstof moet je echter tot min 250 graden Celsius koelen. Dat is heel koud, wat veel energie vergt. Een andere manier is door waterstof aan een drager te koppelen, een Liquid Organic Hydrogen Carrier (LOHC). Het Duitse bedrijf Hydrogenious heeft hiervoor een nieuwe technologie ontwikkeld, die bij een tankstation in Duitsland al in de praktijk wordt toegepast, maar verder moet worden opgeschaald. Dat gaan we in Rotterdam doen, waar we een large scale pilot gaan opzetten. In het Duitse chemiepark Dormagen geproduceerde waterstof wordt verbonden met benzyltolueen, wat een soort lampolie is. Vervolgens gaat dit per vrachtwagen naar Rotterdam, waar de waterstof in een fabriek wordt losgekoppeld zodat het in de industrie valt te gebruiken.”

Marcel van de Kar (foto: Vopak)

Veilig en makkelijk

Van de Kar licht toe hoe het aan- en loskoppelen van waterstof aan de benzyltolueen in zijn werk gaat. “Benzyltolueen is een molecuul dat bestaat uit ringen met dubbele bindingen. Onder hoge temperaturen en druk, en met de juiste katalysator, breken de ringen open en kun je er waterstof aan hangen. De waterstofatomen in deze vloeistof worden in Rotterdam onder een andere druk en temperatuur en met een andere katalysator afgebroken. De moleculen keren hierbij weer terug in zijn oorspronkelijke vorm.” Als de waterstof uit de LOHC is vrijgekomen, kan de drager nog vele honderden keren worden gebruikt. Het is volgens Van de Kar een veilige en makkelijke methodiek, vergelijkbaar met de opslag en het transport van bijvoorbeeld diesel. De Rotterdamse LOHC-fabriek zal op het terrein van de terminal van Vopak in de Europoort worden gebouwd. Een belangrijke technologische stap voorwaarts, noemt Van de Kar het. “Het laden van de benzyltolueen met waterstof is redelijk standaard. De meeste nieuwe proceskennis zit bij het uitpakken van het waterstof. Op dat gebied wil Hydrogenious opschalen, want dat brengt de technologie verder.”

Samenwerking noodzakelijk

De LOHC-fabriek in Rotterdam krijgt weliswaar een industriële capaciteit, maar hij zal er niet opvallen, zegt Van de Kar. De omvang komt nog niet in de buurt bij de schaal die uiteindelijk nodig zal zijn. “Er zal circa anderhalve ton waterstof per dag kunnen worden geproduceerd. Dat is al ruim meer dan de unit in Duitsland, maar voor industriële toepassingen zullen we nog een factor tien omhoog moeten. Dit gaan we stap voor stap doen. Deze maat is wel geschikt voor transporteurs, die hun vloot in de toekomst op waterstof willen laten rijden. Voor de industrie is het dus een tussenstap, maar voor sommige markten is het een eindstap.” Omdat het om een relatief kleine fabriek gaat, is de investering ‘goed behapbaar’, stelt hij. Wel is samenwerking noodzakelijk: “Wij zijn een opslagbedrijf en zijn nu een productie-unit aan het ontwikkelen, compleet met reactoren. Daarom werken wij met partners samen. Daarnaast zijn er zaken als pompen en leidingen nodig, waar wij weer verstand van hebben. Een groot voordeel van de LOHC-technologie is dat veel bestaande infrastructuur – schepen, tanks, leidingen – hiervoor kan worden gebruikt.”

Committeren

Volgens de huidige planning zal de LOHC-fabriek in 2026 in gebruik worden genomen. Rond diezelfde tijd moet ook de waterstof-inpakfabriek in Dormagen gereed zijn. “We zijn nu bezig met het vergunningentraject, zowel in Nederland als in Duitsland. Wanneer die binnen zijn, kunnen hopelijk de bouwwerkzaamheden eind dit jaar beginnen.” Het volgende project staat ook al in de startblokken, vertelt hij. Hierbij zal groene waterstof vanuit Zweden deels naar Rotterdam en deels naar Duitsland worden vervoerd. Van de Kar bevestigt dat er veel interesse is in waterstofprojecten. Maar je eraan committeren, is wat anders, merkt hij. “Voor ons is het lastige eraan dat we moeten opschalen. Bij afnemers zie je twijfels over de keuze voor een waterstofdrager of andere manieren van decarboniseren. Iedereen zit in die fase. Gelukkig geven zowel de Nederlandse en buitenlandse overheden support. Het is complex om complete ketens in één keer goed neer te zetten. Het moet in het geheel passen. Een project dat van A naar B loopt is veel makkelijker.”

Voor- en nadelen

Van de Kar refereert aan de keuze voor een waterstofdrager; op dit moment zijn er drie opties. Aan alledrie kleven voor- en nadelen, legt hij uit. “Met behulp van LOHC is waterstof eenvoudig te vervoeren en op te slaan, zoals ik net al uitlegde. Het nadeel is dat er hoge temperaturen nodig zijn op de plaatsen waar je de waterstof wilt gebruiken. Dat maakt toepassing hiervan met name geschikt bij raffinaderijen, staalfabrieken en de keramische industrie. Daarnaast kan je waterstof in de vorm van ammoniak vervoeren en opslaan. Dat doen we al heel lang; nu gebeurt dit bij zes terminals van Vopak wereldwijd. Het nadeel van ammoniak is dat het toxisch is. Je moet er zeer zorgvuldig mee omgaan.” Vopak maakt deel uit van een consortium dat de haalbaarheid van een ammoniakkraker onderzoekt. Volgens Van de Kar doet Vopak dit om zijn ‘basiskennis’ op peil te houden. “We kijken zelf al verder. Bij de ACE Terminal die wij samen met Gasunie en HES willen realiseren, willen we ook een kraakinstallatie. Het grootste deel van de ammoniak kan dan bij de ACE Terminal het waterstofleidingnet van Gasunie in gaan.”

Soorten en smaken

De derde manier om waterstof te bewaren en transporteren is door dit – zoals Van de Kar al aangaf – te koelen. Het nadeel hiervan is dat er nog het nodige moet worden ontwikkeld . “NASA werkt ermee en ook rijden er al vrachtwagens op. Maar dit zal moeten worden opgeschaald. Onderzoek naar nieuwe materialen en equipment is nodig. Het voordeel van deze methodiek is dat je de waterstof alleen maar hoeft te verdampen op de locatie waar je het nodig hebt. Dat vergt dus weinig energie, al is er wel veel voor nodig om de waterstof koel op te slaan.” Op dit gebied werkt Vopak in Rotterdam samen met Shell, Engie en Anthony Veder; samen willen deze bedrijven een logistieke keten ontwikkelen met vloeibare waterstof vanuit Portugal naar Rotterdam. Vopak neemt ten aanzien van de drie richtingen een neutrale positie in, maakt Van de Kar duidelijk. Voor alle drie soorten projecten geldt dat er nog aan moet worden geschaafd, vooral op het gebied van opschaling. “Daarom doen we ook aan verschillende projecten mee. We willen zien wat er gebeurt en waar de gevoeligheden liggen. Uiteindelijk krijgen de drie oplossingen allemaal een plekje, net zoals die er voor de soorten en smaken van de huidige fossiele brandstoffen is gekomen.” 

Verrast

Van de Kar zegt in zijn werk het meeste plezier te beleven aan wat hij de ‘diversiteit’ noemt: “Ik ben verbonden met allerlei ketens, of het nu gaat om chemie, olie of energie. Allemaal zijn deze in transitie. Ik vind het mooi een steentje bij te dragen aan een betere wereld.” Hij zegt elk half jaar terug te kijken naar wat is bereikt en is dan over het algemeen blij verrast. “De ontwikkelingen volgen elkaar sneller op dan ik had vooraf had verwacht. Natuurlijk hoop ik dat het nog sneller kan; dat moet ook om de klimaatverandering tegen te gaan. Het realiseren vind ik het mooiste. Daarom ben ik ook zo blij dat de final investment decision voor de bouw van de fabriek van LOHC Logistix is genomen.”

1 miljard in verduurzaming

Vopak heeft aangekondigd dat het voor 2030 wereldwijd 1 miljard euro investeert in new energies en sustainable feedstock. Marcel van de Kar: “Een substantieel deel hiervan – tien tot twintig procent – van dit bedrag is bestemd voor nieuwe technologieën . Normaal werken wij voor bestaand klanten met bestaande producten. Voor ons is het dus nieuw om met deze nieuwe zaken aan de slag te gaan.”

Energietransitie tastbaar

De energietransitie is niet iets wat zich in de toekomst afspeelt. Het gebeurt nu al, zegt Marcel van de Kar. “Kijk maar naar onze terminal in Vlaardingen.” Vopak investeert daar in zestien nieuwe opslagtanks met een capaciteit van 64.000 cbm. Hierin zal het de hernieuwbare grondstoffen opslaan, zoals frituurvet en tallow, voor de nieuwe biodieselfabriek die in Rotterdam momenteel wordt gebouwd door Shell. Hiervan kunnen biodiesel en biovliegtuigbrandstof worden gemaakt. “En in Los Angeles doen we iets soortgelijks: daar maakt bestaande olie-infrastructuur plaats voor de opslag van biobased vliegtuigbrandstof.”

[/et_bloom_locked]

Nieuwsbrief

Wekelijks het laatste Rotterdamse industrienieuws direct in je inbox? Meld je dan nu aan en blijf zo op de hoogte!

Bedankt voor het aanmelden. Veel leesplezier!