
Rolf van Dijk (l.): “Zonering mag nooit een doel op zich zijn."
In de industrie onderscheiden we drie afzonderlijke veiligheidsgebieden: ATEX, procesveiligheid en machineveiligheid. Maar hoe logisch is het eigenlijk dat we die afzonderlijk benaderen? Zijn ze niet onlosmakelijk met elkaar verbonden? Ja, dat zijn ze zeker. En daar moet meer aandacht voor komen, vinden veiligheidskundigen Rolf van Dijk en René Ubbink. Ze ontwikkelden er een speciale opleiding voor.
Tekst: Kim de Booij
“Er zijn te veel grijze gebieden tussen ATEX, procesveiligheid en machineveiligheid. Het is heel lastig om daar in de praktijk oplossingen voor te vinden”, legt Ubbink uit. Al spreekt hij niet voor zichzelf en zijn collega Van Dijk. “We hebben een bak aan ervaring. Ik ben mijn hele werkzame leven lang al actief in veiligheid, met name aan de kant van de techniek.” En ook Van Dijk is een ervaren veiligheidskundige, onder meer in de (petro)chemiesector.
Met hun bedrijf U&D Industrial Safety brengen ze al jaren integrale adviezen uit aan de grotere Seveso-bedrijven. “Wat we vaak tegenkomen, is dat hun explosieveiligheidsdocumenten (EVD) beperkt zijn en dat er onnodig veel maatregelen getroffen worden door een te zware zone-classificatie (over-zonering)”, vertelt Van Dijk. Hij gaat eerst in op het eerste probleem: “Er wordt bij EVD’s bijvoorbeeld alleen naar ATEX gekeken, dus alleen naar ‘standaard’ gevarenzoneclassificatie. Aanvullende maatregelen voor het beheersen van explosieve atmosferen binnen het proces of door machines worden soms vergeten.”
Ook al zou een veiligheidskundige wel alle drie de veiligheidsdomeinen meenemen in het EVD, dan nog is dat niet eenvoudig. “Normen spreken elkaar soms tegen”, verklaart Ubbink. “Zo ligt het veiligheidslevel in machineveiligheid een stuk hoger dan in procesveiligheid. Hoe je met dergelijke verschillen moet omgaan, staat nergens omschreven.”
Tot nu. Van Dijk: “Samen met PHOV, de organisatie die opleidingen verzorgt op het gebied van arbeids- en procesveiligheid, hebben we de opleiding ‘Certified Explosion Safety Expert’ ontwikkeld. Daarin komen de drie veiligheidsdomeinen samen en laten we zien hoe je veiligheid holistisch benadert en vertaalt naar de praktijk.”
Eenvoudig is het nog steeds niet. Van Dijk: “Je moet het zo zien: als veiligheidsexpert heb je verschillende tools in je gereedschapskist zitten. Daarmee voer je risicoanalyses uit op de drie veiligheidsdomeinen. De uitkomsten liggen niet altijd op één lijn, dus ga je in scenario’s denken. Waar kan een explosie optreden? Hoe groot is de kans op een explosieve atmosfeer? Waar in het proces zit de oorzaak? Welke impact heeft het als het misgaat?”
“Dergelijke scenario’s, zoals de impact van een explosie, kun je berekenen”, vult Ubbink aan. “Dat leren we de cursisten in de opleiding ook. Bijvoorbeeld hoe groot een drukgolf is en welk verschil het maakt als deze in een tank met of zonder vast dak terechtkomt. Door de impact van risico’s te kennen en te weten hoe effectief beheersmaatregelen zijn, kun je betere afwegingen maken. Zo kom je tot een gedegen en volledig EVD.”
Over de hiervoor genoemde ‘over-zonering’ zegt Van Dijk: “Veiligheidskundigen kiezen er vaak voor om aan de veilige kant te gaan zitten. Doe maar een zonering, dan zit je altijd goed. Maar zo’n zonering betekent wel dat de fabriekseigenaar flink moet investeren om zijn apparatuur in die zone explosieveilig te maken. Soms is dat helemaal niet nodig. Soms kun je aan de voorkant een situatie veilig maken door een explosieve atmosfeer onmogelijk te maken. Zonering mag nooit een doel op zich zijn. Natuurlijk, als er na een gedegen risicoanalyse nog geen zekerheid is, dan moet je het zekere voor het onzekere nemen en een zone definiëren en dus ontstekingsbronnen aanpakken. Maar als het anders kan, moet je die mogelijkheid benutten.”
Cursisten leren in de nieuwe opleiding alles over de wetten, normen en richtlijnen en de praktische toepassing ervan, maar ook over het overbrengen van de boodschap. Ubbink: “Je bevindingen en advies overbrengen en het management overtuigen waarom bepaalde maatregelen noodzakelijk zijn, is niet eenvoudig. Daar heb je kennis en adviesvaardigheden voor nodig. Ook daarvoor is aandacht in deze opleiding.”
Uiteindelijk hopen de bedenkers hun eigen concurrenten op te leiden. Van Dijk: “We zijn beiden 60+ en zouden het fantastisch vinden wanneer we zelf overbodig worden omdat anderen onze methodieken gebruiken. Het is onze droom om met deze opleiding onze legacy over te dragen en een nieuwe standaard in industriële veiligheid in Nederland teweeg te brengen.”
Certified Explosion Safety Expert (CertESE®) is een nieuwe opleiding gericht op de koppeling tussen ATEX, procesveiligheid en machineveiligheid. De opleiding duurt zes maanden. Cursisten krijgen de mogelijkheid om tijdens de opleiding een eigen casus te onderzoeken.
De opleiding Certified Explosion Safety Expert (CertESE®) is bedoeld voor ervaren professionals, zoals HSE-medewerkers en veiligheidsconsultants die een goed en volledig EVD willen kunnen opmaken en/of willen doorgroeien naar een rol als gecertificeerd explosieveiligheidsexpert of strategisch adviseur veiligheid.
René Ubbink (l.): “Normen spreken elkaar soms tegen.”