Selecteer Pagina

Wel willen maar niet kunnen

door | 1 mei, 2023

Deltalinqs ondersteunt het Haven Industrieel Complex intensief op weg naar een CO2-vrije en circulaire haven. Ons Climate Program is erop gericht om bedrijven te helpen die werk willen maken van de energie- en grondstoffentransitie die daarvoor nodig is. Wij zijn ervan overtuigd dat die transitie niet alleen goed is voor het milieu en het klimaat, maar ook voor de concurrentiepositie van de haven als cluster van innovatie.

Tekst: Victor van der Chijs

Uiteraard volg ik op de voet wat er in het havengebied op dit gebied gebeurt. Dat durf ik best indrukwekkend te noemen. Vooral de ontwikkelingen op het gebied van waterstof zie ik eruit springen, van de bouw van nieuwe groenwaterstoffabrieken tot de transformatie van bestaande productiefaciliteiten en van de aanleg van pijpleidingen tot de bouw van opslagtanks. Bij elkaar opgeteld lopen er meer dan twintig initiatieven voor de productie en toepassing van deze schone energiedrager.

Maar er is meer dan waterstof alleen. Denk aan de bouw van een fabriek voor biokerosine, een faciliteit voor het recyclen van batterijen, de aanleg van walstroom of het elektrisch varen in de binnenvaart. En dat is dan nog maar een kleine greep.

Alleen al vorig jaar stak het havenbedrijfsleven grofweg 3 miljard euro in dit soort duurzame initiatieven. Het totaalbedrag aan investeringen in gerealiseerde en nog te realiseren projecten ligt nog vele malen hoger. De indruk die weleens wordt gewekt dat de Rotterdamse haven bij de energietransitie op zijn handen zit, vind ik volkomen onterecht.

Maar… er is een grote maar. Het is ook waar dat sommige projecten niet of met vertraging van de grond komen. Daar zijn verschillende redenen voor. Zoals trage vergunningverlening of schaarste aan elektriciteit. De voornaamste reden is het gebrek aan stikstofruimte, dat in heel Nederland de bouw aan banden legt.

Terwijl de Rotterdamse industrie nauwelijks bijdraagt aan de neerslag van stikstof in de Nederlandse natuur, verhindert dit dat zij op volle kracht bijdraagt aan de vermindering van de Nederlandse CO2-uitstoot, waarin zij wel een groot aandeel heeft. Dat is een absurde situatie.

Nu heeft een ambtelijke adviesgroep (Interdepartementaal Beleidsonderzoek – IBO) onlangs een rapport uitgebracht waarin ze het kabinet aanbevelingen doet voor aanvullende maatregelen om de CO2-uitstoot versneld omlaag te brengen. Ook de industrie moet extra aan de bak, vindt de adviesgroep. Een van de voorgestelde maatregelen is een verhoging van de CO2-heffing.

Natuurlijk, in theorie kan een hogere prijs voor CO2 de uitstoot daarvan verminderen. De praktijk is echter dat bedrijven die daar volop op willen inzetten, vastlopen in het vergunningentraject of jarenlang moeten wachten op een ruimere aansluiting op het elektriciteitsnet. Ze willen wel, maar kunnen niet.

Nota bene het rapport zelf noteert dat tijdige realisatie van energie-infrastructuur en vlotte vergunningverlening ‘randvoorwaardelijk’ is voor aanvullende beprijzing. Ik raad het kabinet aan juist dit onderdeel van het advies ter harte te nemen.

Van ons als industrie mag worden verwacht dat we onze verduurzamingsplannen waarmaken. Van de overheid mogen we verwachten dat die ons daartoe in stelt staat. Als dat niet lukt, helpt een hogere CO2-prijs ook niet.

 

Nieuwsbrief

Wekelijks het laatste Rotterdamse industrienieuws direct in je inbox? Meld je dan nu aan en blijf zo op de hoogte!

Bedankt voor het aanmelden. Veel leesplezier!