Selecteer Pagina

Strijd voor erkenning

door | 23 dec, 2022 | Uitgelicht

Foto: Pierre Crom

Willeke Ketting is de eerste vrouwelijke voorzitter in de honderd jaar dat de Metaal Recycling Federatie (MRF) bestaat. Ze ziet het als haar voornaamste taak ervoor te zorgen dat de wet- en regelgeving secundaire stromen niet als afvalstoffen, maar als grondstoffen beschouwt. “De huidige regels stammen uit de vorige eeuw; we leven nu in een andere tijd.”

[ihc-hide-content ihc_mb_type=”show” ihc_mb_who=”2,4″ ihc_mb_template=”3″ ]

Je bent directeur/eigenaar van Metaalhandel Ketting uit Pernis. Hoe ben je dat geworden?

“Het bedrijf is door mijn opa en oma gestart in Pernis. Daarna hebben mijn oom en tante het overgenomen, samen met een neef van mij. In 2005 hebben ze mij erbij gevraagd. Ik heb een milieutechnologische achtergrond, wat belangrijk was vanwege de veranderende wet- en regelgeving rond milieuvergunningen en de export naar het buitenland. Sinds 2020 ben ik directeur van het bedrijf.”

Waaruit bestaan jullie activiteiten? 

“Wij zamelen alle soort oude metalen in. Als je naar buiten kijkt, dan kun je al zien waarover het gaat. Het zijn kabels van computers, potten, pannen, tanks, containers, alles wat van metaal is en wat opnieuw voor een nieuw product in de industrie kan worden ingezet.”

Wie zijn jullie leveranciers? 

“Dat is heel verschillend. Wij nemen metalen in van particulieren die bijvoorbeeld hun schuur opruimen. Daarnaast gaat het om zowel kleine als grote ladingen van bedrijven. Ook krijgen we via de kade handel van bedrijven binnen. Het varieert van iets heel kleins tot aan een badge containers, reefers of tankcontainers.”

Betalen jullie partijen die oud metaal komen brengen?

“Ja, dat is onze inkoop.”

En wat gebeurt er met metaal dat binnenkomt?

“Wij sorteren metalen uit naar verschillende kwaliteiten. Wanneer nodig verkleinen we het en halen we dingen uit elkaar. Dat noemen wij verschrotten. Als objecten uit verschillende metalen bestaan, zorgen we dat elk metaal eraf wordt gehaald en op de kwaliteit terechtkomt waar het hoort. Bijvoorbeeld zo’n tankcontainer [Ketting wijst naar buiten, red.] bestaat vaak uit ijzer en roestvast staal. Wij zorgen dat die twee stromen uit elkaar worden gehaald.”

Wie zijn jullie afnemers?

“Eindverwerkers en grote inzamelaars van specifieke stromen. Roestvrij staal verkopen wij bijvoorbeeld aan een partij die in allerlei soorten roestvast staallegeringen zit. Het ijzer gaat weer naar een andere afnemer. Vaak leveren zij aan smelterijen of andere industrieën.”

Hoe gaan de zaken? 

“Het gaat prima. Wel is dit een branche die pieken en dalen kent. Maar nu loopt het gewoon goed. Dat is ook wel zichtbaar aan wat er buiten ligt.”

Zijn er veranderingen in de soorten metalen die worden aangeboden en afgenomen?

“Ja, dat is altijd wel het geval. We zitten natuurlijk aan het einde van keten. Als het bijvoorbeeld in de bouw goed loopt, zijn bepaalde materialen meer aanwezig die in die sector worden gebruikt. Hetzelfde geldt voor infrastructurele projecten bij bruggen of stuwen. Dan komt er meer ijzer binnen. Als er een bepaalde ontwikkeling in de kassenbouw gaande is, is er weer meer aluminium voorhanden. Er is dus altijd wel een bepaalde schommeling van verschillende materialen.”

Wat voor materialen krijgen jullie nu meer binnen?

“Doordat de export met containers en reefers wat is teruggelopen, staan de depots daar wereldwijd vol mee. Tegen het einde van het jaar wegen bedrijven af of de depotkosten voor opslag nog opwegen tegen de schrootprijzen. Dan kan het lonend zijn om je ervan te ontdoen. Nu zie je dus dat reefers en containers wat meer worden aangeboden.” 

Zijn bepaalde metalen rendabeler of commercieel interessanter voor jullie dan andere? 

“Dat is heel verschillend. Als je ijzer binnenkrijgt dat al mooi kort is gemaakt, kan je dat één op één doorrijden. De marge is altijd relatief gelijk. Of metalen nou duurder worden of in prijs omlaag gaan, de marge die er tussen zit probeer je altijd hetzelfde te houden. Als er een keer een leuke uitschieter tussen zit, is dat natuurlijk fijn. Maar in het algemeen is zo dat als ik meer krijg, wij onze leveranciers daar altijd in mee laten lopen.”

Op welke manieren merk je de gevolgen van de oorlog in Oekraïne?

“De oorlog had een voor ons vervelende consequentie. Rusland is de grootste exporteur van nikkel. Door de inval in Oekraïne schoten in maart de prijzen van nikkel op de London Metal Exchange (LME) door het plafond heen. De beurs heeft zelfs twee weken haar deuren gesloten. Dat betekende dat alles wat wij al hadden afgevoerd waar nikkel in zit – onder andere roestvrij staal – stil viel. Het werd niet afgehandeld omdat onze afnemers vanwege de grote koersverschillen niet wilden afrekenen tegen de koers van dat moment. Dat maakte het ook lastig om je inkoopprijzen te bepalen, want je wist immers niet wat je verkoopprijs zou zijn. Dat gaf behoorlijk wat onrust, vooral omdat partijen zich vanwege de hoge nikkelkoers van dat materiaal wilden ontdoen. Maar de oorlog geeft op meer vlakken onrust. Wat voor graan geldt, geldt ook voor metalen. De markt is verstoord. De wereld van nu is gewoonweg niet dezelfde van een jaar geleden.”

Dit is niet een heel energie-intensieve bedrijfstak, toch? Jullie hebben waarschijnlijk weinig last van de energieprijzen.

“Wij persoonlijk niet, maar de eindverwerkers hebben er natuurlijk wel mee te maken. En de smelters hebben het moeilijk. In het noorden van het land heeft Aldel zijn deuren moeten sluiten, zoals je in het nieuws kon lezen. Dat soort zaken raakt onze branche natuurlijk ook ook, want het bemoeilijkt algeheel de afzet van aluminium. Die is teruggebracht tot misschien een kwart van wat normaal is. Leveringen worden uitgesmeerd naar ergens in het eerste kwartaal van volgend jaar.”

Daardoor hebben jullie hier nu meer aluminium liggen dan normaal. 

“Wij houden geen omvangrijke voorraden aan. Wij zitten in de keten vóór de bedrijven die grote voorraden hanteren en aan de smelters leveren. Dat maakt onze afzet makkelijker. Wij hebben het voordeel dat dus ons geld niet in in onze voorraad blijft zitten. Voor een bedrijf als dit is dat prettig, omdat we weinig ruimte hebben om grote voorraden te kunnen hanteren. Ook kunnen we door blijven kopen, wat onze afnemers weer fijn vinden omdat hen dat een bepaalde garantie geeft van de doorstroom richting hun afzetkanaal.”

Wat zie je op dit moment als belangrijkste trend in jullie vakgebied?

“Het belangrijkste is dat onze recyclingstromen van steeds hogere kwaliteit worden. Eigenlijk spreek je ook niet meer van een afvalstroom, maar van een secundaire grondstof. Die stromen kunnen goed concurreren met primaire grondstoffen. Op school leerde je al dat primaire grondstoffen eindig en ontzettend belastend zijn voor mens, milieu en maatschappij. We kennen allemaal de filmpjes waarin je kunt zien hoe grondstoffen uit de bodem worden gehaald in onder meer Afrika, Zuid-Amerika en China. De schade aan deze gebieden is enorm.”

Hoe verklaar je de verbeterde kwaliteit van de recyclingstromen?

“Omdat er steeds meer wordt geïnvesteerd in extra en andere bewerkingen. Vroeger lag de nadruk vooral op de kwantiteit, dus het scheiden van de metalen en daar zoveel mogelijk van binnenkrijgen en afzetten. Nu zie je meer en meer een verschuiving naar kwaliteit ontstaan. Metaalstromen worden steeds schoner gemaakt. Materiaal wordt verkleind, waardoor er steeds meer afvalt wat er niet aan hoort te zitten. Shredders worden kwalitatief beter, waardoor ijzer en andere materialen steeds beter gescheiden kunnen worden van non-ferromaterialen. Er wordt echt geïnvesteerd in het verbeteren van die stroom. Dat is ook logisch, want de eisen vanuit wet- en regelgeving worden steeds strenger. Ik zeg altijd: we hebben het niet meer over de schrootboer, want dat is echt iets van de vorige eeuw, waar overigens ook niks mis mee was. Maar de huidige branche bestaat uit volwassen en kundige metaalrecyclingbedrijven.”

Over branche gesproken, je bent sinds twee jaar voorzitter van de Metaal Recycling Federatie (MRF). Kan je die kort voorstellen, wat is dat voor voor organisatie? 

“Dit is de branchevereniging van metaalrecyclingbedrijven. Waar vroeger de nadruk vooral lag op netwerken, focust de vereniging zich nu meer op belangenbehartiging. Zo zijn wij de erkende gesprekspartner voor overheden, toezichthouders en ketenpartners. Daarnaast bevorderen we de kwaliteit en professionaliteit van de metaalrecycling. Dat is ook terug te zien in het keurmerk van de branchevereniging, waarin alle eisen zijn verpakt waaraan de leden op het gebied van milieu en arbo moeten voldoen. Dat betekent dat je pas lid kan worden als je aan het keurmerk voldoet. Dit wordt jaarlijks door externe bureaus geauditeerd. Hiermee willen wij laten zien dat we een kwalitatief hoogstaande branche zijn die alle eisen beantwoordt. Ook kunnen wij voldoen aan ISO-certificeringen en soortgelijke eisen. Wij zijn een volwaardige en volwassen industrie voor partijen die hun metalen afzetten. Niet alleen bedrijven, maar ook banken vragen al of je MRF-gecertificeerd bent als je bijvoorbeeld een rekening wilt openen. Dat is natuurlijk prettig, ook omdat we er flink in investeren.”

Hoeveel leden telt de MRF?

“We hebben circa 140 leden, waarvan een groot aantal meerdere vestigingen heeft. Omdat er zoveel snel verandert op het gebied van wet- en regelgeving stijgt het ledental ook. Dat is natuurlijk fijn, want hoe meer leden je hebt, hoe luider je stem is richting de overheid, stakeholders en andere partijen.”

Hoe groot is het deel van de markt dat jullie afdekken met jullie ledenbestand? 

“Wij vertegenwoordigen een groot deel van de metaalbranche. Ook behoren de meest belangrijke bedrijven tot ons ledenbestand; van de kleinere metaalrecyclingbedrijven, de handelaren zonder werf tot aan de grote internationale bedrijven aan toe, zoals HKS en EMR. Wij vertegenwoordigen daarmee de hele keten.”

Je kondigde bij je aantreden aan je te willen inzetten voor wetgeving die het recyclen van metalen ten goede komt. Wat voor wetgeving?

 “Het metaalrecyclebedrijf valt net als andere recyclebranches onder afvalstoffenwetgeving. Wij zouden dat graag veranderd willen hebben. Iedereen heeft het over circulair; dat begrip geeft al aan dat iets in iets anders overgaat. Doordat wij onder afvalstoffenwetgeving vallen, is het lastig om onze activiteiten circulair te krijgen. Dat komt met name doordat veel producenten geen afvalstoffen mogen afnemen om in hun productieproces in te zetten. Hoewel ons eindproduct van hoogwaardige kwaliteit is en je die echt als een secundaire grondstof kunt beschouwen, is het lastig om die terug te brengen naar de voorkant van de keten. Voor de MRF is dat een van de belangrijkste punten op de agenda richting de overheid. Als we het hebben over circulariteit en CO2-besparing: met het recyclen van metalen bespaart onze sector veel CO2 ten opzichte van de productie van primaire grondstoffen. Met de inzet van gerecyclede metalen besparen we jaarlijks zeven procent van de totale CO2-uitstoot in Nederland. Dat is dus aanzienlijk. Het zou fijn zijn als de overheid ons beloont en ervoor zorgt dat secundaire grondstoffen makkelijker kunnen worden ingezet.”

Jullie zijn daar al een tijd mee bezig. Dat is vast een taai proces.

“Ja, dat klopt. Al zie je wel dat de overheid naar onze argumenten luistert en er steeds vaker iets mee doet. De hele recyclingsector – dit gaat niet alleen over metalen; ook papier, textiel en plastic hebben ermee te maken – heeft zich verenigd in een overkoepelende branche – het NRF – om dit soort problemen op te pakken. Het is vooral taai doordat de huidige afvalstoffenstatus van recyclingstromen de overheid in staat stelt om zaken te volgen, te reguleren en er iets van te zeggen. Als wij onder grondstoffenwetgeving zouden vallen, kan de overheid er moeilijker haar vinger op leggen. Waarschijnlijk heeft het daarmee te maken. Maar ja, we zitten ondertussen in een andere tijd. De afvalstoffenwetgeving stamt uit de vorige eeuw en is wel behoorlijk achterhaald.”

Je hebt een bedrijf te leiden, wat heeft je bewogen om de rol van voorzitter op te pakken?

“In 2008 trad ik toe tot een van de commissies van de MRF, waarna ik in 2012 als bestuurslid werd gevraagd. Sindsdien ben ik in een natuurlijk proces naar de rol van voorzitter gegroeid. Ik heb twee motivaties om dit werk te doen: ik vind het niet alleen belangrijk, maar ook leuk om te doen. Vanuit de branchevereniging kan je laten zien dat onze activiteiten zoveel meer behelzen dan de hopen schroot die mensen daar vaak bij in gedachten hebben. Ik vind dat we dat naar de buitenwereld toe moeten uitdragen. Grotere bedrijven hebben afdelingen met specialisten op het juridische vlak voor de wet- en regelgeving. Kleinere bedrijven, waaronder ook een bedrijf als het onze, hebben die vaak niet. Vaak is het beginstadium van wetten en regelgeving een soort ver-van-je bed-show. Je bent bezig met je core business omdat jij en de mensen binnen je bedrijf daarvan leven en eten. Dat betekent dat je vaak te laat bent en de wet- en regelgeving al klaar is. Dan denk je: wat overkomt me en waar slaat dat op? Door hier als branchevereniging aan te werken en mee te lopen in die processen kun je je leden tijdig informeren. Sterker nog, je kan je input leveren aan de voorkant waar dingen worden uitgedacht. Dat is gewoon belangrijk. Waarom ik voorzitter ben geworden? Onze vereniging bestaat honderd jaar, dus misschien was het tijd dat een vrouw het een keer ging doen, haha. Ik vind het een eer om deze taak te mogen vervullen.”

Wat zou je bij je afscheid als voorzitter – wanneer dat ook mag zijn – voor elkaar hebben gekregen?

“Ik zou het fijn vinden als onze branche erkenning krijgt als leverancier van een goede secundaire grondstof die kan wedijveren met, sterker nog, die beter is dan het gebruik van primaire grondstoffen. Ik ga mijn termijnen niet oprekken tot we op dat punt zijn gekomen, maar dat zou ik een mooi resultaat vinden.”

Wie is Willeke Ketting?

Willeke Ketting studeerde milieutechnologie aan de Hogeschool Saxion. In 2006 trad zij toe tot het familiebedrijf Metaalhandel Ketting uit Pernis, waar zij sinds twee jaar directeur is. Ketting is sinds december 2020 voorzitter van de Metaal Recycling Federatie (MRF). Daarnaast is zij bestuurder bij Kinderboerderij Het Groene Woud in Pernis.

[/et_bloom_locked]

 

Nieuwsbrief

Wekelijks het laatste Rotterdamse industrienieuws direct in je inbox? Meld je dan nu aan en blijf zo op de hoogte!

Bedankt voor het aanmelden. Veel leesplezier!