Shell bouwt biobrandstoffenfabriek niet af

Shell laat weten de bouw van de biobrandstoffenfabriek in Pernis niet te hervatten. In juli 2024 werden de bouwwerkzaamheden stopgezet.

Het besluit is volgens Shell het resultaat van ‘een grondige commerciële en technische evaluatie naar de concurrentiekracht van het project’. “De marktdynamiek en de verwachte bouwkosten maken het project voor ons uiteindelijk onvoldoende concurrerend om te voldoen aan de vraag van onze klanten naar betaalbare biobrandstoffen. Dit was een moeilijke beslissing, maar wel de juiste. We willen onze investeringen richten op projecten die zowel waarde leveren voor onze klanten als voor onze aandeelhouders”, aldus Machteld de Haan, president downstream, renewables and energy solutions bij Shell.

Biobrandstoffenfabriek

Shell startte in 2022 met de bouw van de fabriek, die vorig jaar zomer werd stilgelegd. Destijds werd gesproken van een tijdelijke onderbreking. Shell liet weten ‘verschillende uitdagingen’ aan te willen pakken en ‘het toekomstige concurrentievermogen’ van de fabriek te willen waarborgen, ‘ook in het licht van de huidige marktomstandigheden’. De fabriek had een capaciteit moeten krijgen van 820.000 ton biobrandstof per jaar. Het had de grootste fabriek in zijn soort moeten worden voor de productie van duurzame vliegtuigbrandstof en hernieuwbare diesel. De brandstoffen zouden worden gemaakt uit afval, zoals gebruikt frituurvet, dierlijk vet en andere industriële en agrarische restproducten.

Zie ook: Shell elektrificeert turbines