Selecteer Pagina

Nieuwe examinatoren zijn welkom

door | 23 sep, 2021 | Maintenance, Uitgelicht

Binnen afzienbare tijd is de Benelux waarschijnlijk zes nieuwe IRATA-examinatoren rijker. Dat is een prima zaak, vindt Rick van der Lelij, voorzitter van IRATA RAC Benelux. “Het komt de volwassenheid van de sector ten goede.”

[ihc-hide-content ihc_mb_type=”show” ihc_mb_who=”2,4″ ihc_mb_template=”3″ ]

Rope access-bedrijven hadden het afgelopen jaar over het algemeen niet al te veel hinder van de wereldwijde coronapandemie. Voor het in Londen gevestigde IRATA lag dat wel even anders. Veel van haar activiteiten vergen immers reisbewegingen. De internationale organisatie voor rope access-bedrijven moest bijvoorbeeld de grote jaarlijkse bijeenkomst , voor 2020 gepland in Ashford (VK), annuleren en ook die van volgend jaar gaat niet door. Rick van der Lelij, in het dagelijks leven operational manager bij Bilfinger Height Specialists en voorzitter van IRATA RAC Benelux, heeft daar alle begrip voor. “In deze tijden wil je mensen niet over de hele wereld ergens naartoe laten reizen.”

Tijdelijke verlenging

“Maar de grootste uitdaging voor IRATA en haar leden was het gebrek aan IRATA-examinatoren”, vervolgt hij. “In de Benelux is er nu maar één onafhankelijke examinator. Dat is onvoldoende om alle medewerkers te examineren die een nieuw IRATA-certificering moeten krijgen. In het verleden werd doorgaans een examinator uit Groot-Brittannië overgevlogen. Maar dat bleek afgelopen jaar erg lastig, eerst door de brexit en later vanwege de coronacrisis. We zijn er hier met kunst- en vliegwerk in geslaagd om de examens af te nemen. Hiervoor lieten wij examinatoren uit het buitenland overkomen. In andere landen die wel helemaal op slot gingen, ontstonden echter problemen. Een certificaat is normaal gesproken drie jaar geldig. Voor gevallen waar geen examen mogelijk bleek, heeft IRATA voor een tijdelijke verlenging van de certificaten gezorgd. Dat is best complex, want het is moeilijk te achterhalen wanneer dit ook echt de enige optie is. Ook vergde het nauw contact met heel veel verschillende landen over hun coronaregels.” 

Nieuwe examinatoren

In Nederland hebben enkele technicians van zo’n tijdelijke certificatieverlenging gebruikgemaakt. De uitzonderingsregel is zo ingericht, vertelt Van der Lelij, dat die per land aan of uit kan worden gezet. “Het is goed dat in de Benelux binnen afzienbare tijd zes nieuwe personen tot IRATA-examinator zijn opgeleid. Die personen zijn nu bezig het examinatorschap te behalen. Het is een traject dat uit theorie, toetsen en een praktijkweek bestaat en zich nu in de afrondende fase bevindt. Straks hebben we in de Benelux dus hopelijk de beschikking over zeven onafhankelijke examinatoren in plaats van één. Ik noem ze onafhankelijk, omdat ze op een onpartijdige manier examens afnemen. Niet van werknemers uit hun eigen bedrijf of van mensen die ze anderszins kennen. Dit zorgt ervoor dat we in de Benelux minder hinder ondervinden van reisrestricties door de brexit of corona. Ook verlaagt het de kosten voor bedrijven die anders een examinator moeten laten invliegen. Verder is het prettig dat mensen het examen in het Nederlands kunnen afleggen. Voor sommigen is een Engelstalig examen moeilijk als je net een training in het Nederlands hebt gevolgd. De toevoeging van de nieuwe examinatoren komt de volwassenheid van de sector dus ten goede.”

Passie

Van der Lelij is in november vorig jaar herbenoemd als voorzitter van IRATA RAC Benelux. “Er waren geen andere kandidaten. Dat betekent dat de leden dit óf als een vervelende functie beschouwen óf dat ze veel vertrouwen in mij hebben”, grapt hij. Hoewel Van der Lelij in zijn eigen functie al werk genoeg heeft, zei hij toch ‘ja’ tegen de herbenoeming. “We zijn stappen aan het zetten om ons meer in de markt te profileren. Ik doe dit vanuit de passie voor het vak en de overtuiging dat rope access een goede werkmethodiek is die door de wetgever en opdrachtgevers nog niet altijd als volwaardig wordt gezien.” Dit laatste vraagt om een toelichting. Het is niet zo dat de wetgever rope access als een onveilige werkmethodiek beschouwt, stelt Van der Lelij. “Het ligt iets gedetailleerder. Volgens de wet moet je hiërarchisch de beste werkmethodiek onderzoeken. Het begint door te kijken of een klus ook niet op de grond kan worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door een object naar beneden te hijsen. Dat is logisch. Voor tijdelijke collectieve maatregelen moet je afgaan of de inzet van steigers de meest geschikte optie is. Blijkt dat niet zo te zijn, dan ga je verder kijken naar respectievelijk hoogwerkers en anders rope access.”

‘Redelijkerwijs veiliger’

“Die basis klopt en ik sta daar achter”, zegt Van der Lelij. “In de wet staat dat je die stappen moet volgen. Óf je moet kunnen aantonen dat een bepaalde keuze redelijkerwijs veiliger is dan de opties die erboven staan. Die opvatting ‘redelijkerwijs veiliger’ heeft naar ons idee verduidelijking nodig. Kijk, een steigerbouwer zal zeggen dat je in principe voor elke klus het beste een steiger kunt neerzetten. Maar als je voor drie weken een steiger neerzet, is er drie weken risico op vallende voorwerpen of dat iemand een fout maakt. Voor een tweedaagse schilderklus hoef je geen steiger op te bouwen. Dat kan ook aan de touwen, waardoor de blootstelling aan risico’s ook maar twee dagen is in plaats van drie weken. De wetgever en sommige opdrachtgevers delen die opvatting alleen niet breed.” Van der Lelij zegt hierover graag het gesprek aan te willen gaan met de Inspectie SZW. “We hebben een poging gewaagd, maar kregen het idee dat de inspectie er niet zo voor open stond.” Mogelijk speelt mee dat de rope access-bedrijven een nichebranche in Nederland vormen. Is het geen optie om aansluiting te zoeken bij bijvoorbeeld de grotere Vereniging van Steiger-, Hoogwerk en Betonkistingbedrijven (VSB), die gewend is te lobbyen? Van der Lelij: “Aansluiten zal niet mogelijk zijn, want de RAC Benelux is immers geen brancheorganisatie maar een regionaal adviescomité. Het zou interessant zijn om in die vereniging mee te praten.”

Groei

Het aantal leden van IRATA in Nederland is het afgelopen jaar opnieuw iets toegenomen, naar 26 nu. “We groeien gestaag, net zoals rope access in de markt. Steeds meer bedrijven raken er bekend mee, in zowel de bouw, industrie, petrochemie, offshore als civiele sector. Bedrijven ervaren hoe rope access in het echt gaat en moeten daardoor hun beeld bijstellen dat het iets zou zijn dat gevaarlijk of ondoordacht is. Ze raken er meer bekend mee”, aldus Van der Lelij. “Het grote voordeel van rope access zit hem in de blootstellingsduur, die je met rope access kunt verkorten. De kans op een ongeval wordt zo kleiner en een bijkomend voordeel voor opdrachtgevers is dat het ook lagere kosten met zich meebrengt. Voor veel opdrachtgevers zijn dat belangrijke drijfveren om voor rope access te kiezen.”

Nooit bang

Voor buitenstaanders kan rope access waaghalzerij lijken, die ver boven hun hoofden op grote hoogte wordt uitgevoerd. Maar in de praktijk heeft rope access zich bewezen als een volwaardige, veilige werkmethodiek, zegt Rick van der Lelij. “Veertien jaar geleden ben ik bij – toen nog – Height Specialists – in de touwen begonnen. In die jaren ben ik nooit bang of in paniek geraakt omdat zich iets onverwachts voordeed. Het mooie van het werk is dat je zoveel leert over techniek en materialen, over wat wel en wat niet kan. Voor elk project denk je na, zijn er protocollen en controles en wordt een risicoanalyse gedaan. Natuurlijk zijn er momenten dat je je focus nodig hebt als je aan het werk bent. Maar bang, nee, dat ben ik nooit geweest.”

[/et_bloom_locked]

 

Nieuwsbrief

Wekelijks het laatste Rotterdamse industrienieuws direct in je inbox? Meld je dan nu aan en blijf zo op de hoogte!

Bedankt voor het aanmelden. Veel leesplezier!