Selecteer Pagina

‘Een koersbreuk’

door | 26 okt, 2021 | Petrochemie, Uitgelicht

Bij de raffinaderij van Shell Pernis komt een biobrandstoffenfabriek, waar duurzame kerosine, nafta en diesel uit afvalstromen wordt gemaakt. Vorige maand was de officiële start van de bouw, die Shell aangreep om de nieuwe naam van Shell Pernis en Shell Moerdijk aan te kondigen: het Shell Energie- en Chemiepark Rotterdam.

[ihc-hide-content ihc_mb_type=”show” ihc_mb_who=”2,4″ ihc_mb_template=”3″ ]

Vanaf 2024 moet de biobrandstoffenfabriek draaien. Hij gaat met behulp van een door Shell ontwikkelde technologie duurzame diesel en kerosine produceren uit reststromen als gebruikt frituurvet, dierlijk vet en andere industriële en agrarische reststromen. Omdat deze stromen nog niet voldoende beschikbaar zijn, vult Shell die aan met gecertificeerde plantaardige oliën zoals raapzaadolie. Het bedrijf stelt dat ‘virgin’ palmolie niet als grondstof wordt gebruikt. “De productie vindt met behulp van een katalytisch proces plaats. Afhankelijk van de grondstof en het te produceren brandstof passen wij de druk en condities aan. Dit is hetzelfde als het verwerken van ruwe olie”, verklaart general manager Jos van Winsen van Shell Pernis tegen Europoort Kringen.

Pre-treatment unit

De biobrandstoffenfabriek krijgt een capaciteit van 820.000 ton per jaar en wordt volgens Shell ‘een van de grootste in zijn soort in Europa voor de productie van duurzame vliegtuigbrandstof’. Dankzij de hoeveelheid diesel die de fabriek gaat produceren, kan 2,8 miljoen ton CO2-uitstoot per jaar worden vermeden. Dit is vergelijkbaar met het van de weg halen van 1 miljoen auto’s. Volgens Van Winsen gaat de fabriek in eerste instantie meer diesel dan kerosine maken. In de loop der jaren zal de productie van kerosine tot meer dan de helft gaan toenemen, is zijn verwachting. Omdat plantaardige oliën een nieuwe grondstof voor Shell zijn, heeft het hiervoor een vergunning moeten aanvragen. De grondstoffen worden per schip aangevoerd en in de pre-treatment unit in twee stappen gereinigd, geeft Van Winsen aan. Eerst worden de ‘ongerechtigheden’ er uit gehaald, net zoals dat in de foodindustrie gebeurt. Vervolgens wordt met waterstof een tweede reinigingsronde uitgevoerd. Hiervoor bouwt Shell een waterstoffabriek. “Die draait op biovoeding in plaats van op aardgas. Of het een groenewaterstoffabriek is? Meer dan groen!”, aldus Van Winsen.

Transformeren

In navolging van het Energy and Chemicals Park Rheinland in Duitsland krijgen Shell Pernis en Shell Moerdijk samen een nieuwe naam: ze gaan het Shell Energie- en Chemiepark Rotterdam heten. Dit productiepark moet in 2050 netto CO2-vrij zijn, kondigt Shell aan. In het kader van zijn ‘Powering Progress-strategie’ wil het de veertien raffinaderijen die het in oktober vorig jaar nog had terugbrengen naar vijf energie- en chemieparken. Shell zegt in 2030 55 procent minder traditionele brandstoffen en meer koolstofarme te willen maken. “Shell is op weg naar een koolstofarme toekomst. Deze investering is een belangrijke stap omdat we Shell transformeren van een traditionele raffinaderij naar een duurzaam energiepark. Hiermee blijft het concurrentievermogen van het complex weer vele jaren in stand”, zegt president-directeur Marjan van Loon van Shell Nederland.

Biogene CO2

‘Ter viering van de start van de biobrandstoffabriek’ hield Shell vorige maand een feestelijke bijeenkomst op het terrein van Shell Pernis. Alle bezoekers werden van poort 14 naar een even verderop gelegen loods gereden, waar Van Winsen iedereen welkom heette. “Het voelt als mijn feestje”, sprak hij de mensen toe. “Dit is een koersbreuk, een echte verandering voor een olieraffinaderij als Shell Pernis. Er komt een grote, wezenlijke biobrandstoffenfabriek bij. Hiermee zetten we de stap van olie naar nieuwe brandstoffen.” Het is de bedoeling dat de CO2-uitstoot van het productieproces wordt afgevangen, waarna de CO2 via Porthos in een leeg gasveld onder de Noordzee wordt opgeslagen. “Dat is het leuke aan dit bioproject. We gaan biogene CO2 opslaan”, aldus Van Winsen. Hij zegt toekomst te zien in drie elementen: het opbouwen van waterstofketens, CO2 afvangen en opslaan en biobrandstoffen. “Je kunt gerust zeggen dat het woord ‘raffinaderij de lading niet meer dekt. We zijn een energie- en chemiepark, met Shell Moerdijk erbij. De kunststoffen die ze daar produceren, hebben we nodig.”

Open en transparant

Ook Huibert Vigeveno, downstream director bij Shell, spreekt van een grote stap. “Dit is geen presentatie, geen idee, maar iets wat we gaan doen. De verwachting is dat de luchtvaartindustrie richting 2050 gaat verdubbelen. Vliegtuigen vallen alleen met duurzame vliegtuigbrandstof te verduurzamen. Nu heeft biobrandstof nog een aandeel van 0,1 procent in de luchtvaartsector. Met de productie van duizenden tonnen sustainable aviation fuel kan Shell de sector helpen verduurzamen.” Volgens Vigeveno is de bouw van de biobrandstoffenfabriek de grootste die sinds medio jaren negentig in Shell Pernis is gedaan. De investering bedraagt volgens Shell ‘honderden miljoenen dollars per jaar gedurende de bouw’ van drie jaar. Vigeveno: “Vroeger stonden er hekken om een raffinaderij. Maar een energie- en chemiepark is open en transparant over wat het doet. In samenwerking met andere partijen zetten we in op Porthos, waterstof en electrolysers. Shell Pernis bestaat 119 jaar. De sleutel voor de toekomst is om samen innovatief durven zijn.”

Beschaving

“Een betrouwbare partner en een goede werkgever”, zo bestempelt burgemeester Ahmed Aboutaleb – de beste burgemeester ter wereld – Shell. Hij heeft nog meer lovende woorden; Van Winsen hoorde ze zichtbaar gevleid aan. “Shell heeft veel betekend voor de energiesector in Rotterdam. Ook met dit initiatief haalt het op een andere manier het nieuws dan Tata Steel. Zo schaar je je in het rijtje van de goede bedrijven die de beschavingsontwikkeling in de wereld snappen. Transities worden nu eenmaal door beschaving afgedwongen. Deze beslissing helpt Rotterdam op de kaart te zetten. Stiekem droom ik ervan dat de duurzame biobrandstof als eerste bij Rotterdam Airport zal worden gebruikt.” Na de woorden van de burgemeester verwisselde Van Winsen van kledij. Hij verruilde zijn nette kleding in voor een fluorescerend werkpak, waarin hij in een bulldozer stapte. Na enkele aanwijzingen te hebben gekregen, zette Van Winsen de bulldozer aan het werk en effende hij een deel van het terrein vlak voor de bouw van de nieuwe fabriek. Het ging de raffinaderijdirecteur verrassend goed af. De gasten deden zich ondertussen te goed aan een drankje en de geserveerde bitterballen en frites – gebruikt frituurvet wordt immers een van de grondstoffen van de biobrandstoffenfabriek.

Feiten & cijfers biobrandstoffenfabriek

Capaciteit per jaar: 820.000 ton

Oppervlakte: 205.258 m2

Aantal heipalen: 5.000

Totale lengte alle buizen: 100 kilometer

Q4 2021 start heien

Q2 2023 aankomst eerste modules

Q3 2024 product in tank

[/et_bloom_locked]

 

Nieuwsbrief

Wekelijks het laatste Rotterdamse industrienieuws direct in je inbox? Meld je dan nu aan en blijf zo op de hoogte!

Bedankt voor het aanmelden. Veel leesplezier!