Selecteer Pagina

Facta

door | 2 mrt, 2023 | Bedrijveninfo

Danny Roerdink

Facta draagt kennis over tijdens Maintenance NEXT

Facta, dat zich wil onderscheiden als beste onderhoudspartner van Nederland, ondersteunt zijn klanten bij elke vorm van onderhoud, van correctief tot preventief en conditioned based, legt operations manager Danny Roerdink uit. Het bedrijf presenteert zich uitgebreid tijdens de beurs Maintenance NEXT.

Tekst: Mels Dees

In Rotterdam Ahoy vindt van 18 tot en met 20 april het evenement Maintenance NEXT plaats. Dit is de grootste technologie- en onderhoudsexpo van de Benelux. Tijdens Maintenance NEXT laten meer dan 250 nationale en internationale exposanten de belangrijkste innovaties op het gebied van (industrieel) onderhoud zien en is er een uitgebreid kennisprogramma. 

Facta staat drie dagen met een stand op de beurs, en adresseert daarbij drie belangrijke pijlers, reliability, sustainability en availability. “We willen onze klanten helpen vanuit het onderhoudsoogpunt, met daarbij een blik op de energietransitie”, legt Danny Roerdink uit. “Als aandrijvingen te weinig of verkeerd onderhoud krijgen dan vragen ze vaak meer vermogen. Goed onderhoud kan fors bijdragen aan verduurzaming en een lager energieverbruik.” Op de eerste beursdag, dinsdag 18 april, zal Roerdink in het Kennistheater een presentatie geven met als titel: Optimaliseer uw onderhoud: Het slimme evenwicht tussen technologie en noodzaak.

Asset is leidend

“Ik wil in mijn presentatie uitleggen dat je op de lange termijn het meest uit het onderhoud dat je toepast kunt halen, als je weet hoe je kunt balanceren tussen de nieuwste technologieën en de noden van de asset.” In de praktijk ziet Roerdink juist op dat snijvlak een spanningsveld. “Wij vinden bij Facta dat je onderhoud altijd moet benaderen vanuit de asset, en niet vanuit het aanbod op de markt.” 

Wat de operations manager daarmee bedoelt, is dat alle mogelijkheden die Industry 4.0 inmiddels biedt niet leidend zouden moeten zijn. Maar dat het uitgangspunt de betreffende asset in de specifieke situatie of toepassing moet zijn. “Twee dezelfde pompen kunnen, als ze in verschillende situaties op een verschillende manier worden ingezet, ander onderhoud nodig hebben.” 

Onderhoud is daarbij niet los te zien van de bedrijfs- en businessstrategie van de betreffende onderneming. Roerdink: “Er spelen meer vragen. Is het financieel verstandig de asset preventief te vervangen, of is het beter te wachten tot een storing optreedt? Is conditieafhankelijk de beste keuze, en zo ja, wat zou dan het meest optimale interval zijn?” Om de juiste antwoorden te vinden op die vragen helpt het als tussen de dienstverlener als Facta en de klant langdurige relaties ontstaan. “We willen het beste servicebedrijf van Nederland zijn, en dat moeten we continu waarmaken. Dat betekent dat we onze klanten op de beste manier moeten helpen en volledig op de hoogte moeten zijn van hun installaties en assets.” Op de opmerking, dat Facta dan in het ideale geval al vanaf de bouw van een plant mee zou moeten kunnen denken, reageert de operations manager met een glimlach. “Dat zou zeker ideaal zijn, maar in de praktijk is dat natuurlijk lastig. Meestal komen we terecht in bestaande situaties.” Toch herinnert Roerdink zich een project bij de bouw van een nieuwe fabriek in de Zaanstreek. “Daarbij waren we inderdaad al bij het eerste ontwerp betrokken bij het ontwerp.”

Voorzichtig met sensortechniek

In zijn presentatie gaat Roerdink uitgebreid in op de kracht én uitdaging van het gebruik van sensoren. Hij geeft als voorbeeld een leverancier die een bepaalde sensor op de markt brengt. “Op dat moment bestaat het gevaar dat het gebruik van die sensor een doel op zich wordt.”
In gesprekken met die leveranciers, maar ook met de eigen Facta-klanten, vraagt Roerdink zich dan in eerste instantie af of het gebruik van die sensor daadwerkelijk het onderhoud van de asset verbetert. “Is er überhaupt een probleem en lossen we dat daadwerkelijk met die sensor op?” Het moet volgens hem gaan om wat er nodig is voor de vereiste beschikbaarheid van de installatie waarvan de asset onderdeel uitmaakt. 

De vraag die Roerdink dus wil beantwoorden tijdens zijn presentatie in het kennisprogramma van de beurs is daarmee dus, hoe men Industry 4.0 beter kan integreren in de onderhoudspraktijk. 

Hij is daarbij overigens beslist geen tegenstander van het gebruik van sensoren. Integendeel, Facta gebruikt ze zelf ook. “Wij monitoren bijvoorbeeld door middel van sensoren assets in een fabriek in Kameroen. Om de simpele reden dat we niet al te vaak daar naartoe willen vliegen.” 

En zeker bij assets met een hoog risicoprofiel spelen sensoren een belangrijke rol. Roerdink: “Industry 4.0 is echt wel iets waar we met z’n allen forse stappen maken. Maar het moet geen eigen leven leiden.” Dat laatste geldt volgens hem ook voor het gebruik van algoritmes. “Ook daarbij kun je je afvragen of je voor alles een algoritme moet opstellen. Ook voor een lager die je in vijf minuten kunt vervangen en die wellicht tien euro kost?”

Standnummer Facta op Maintenance NEXT: 4.102

 

 

Nieuwsbrief

Wekelijks het laatste Rotterdamse industrienieuws direct in je inbox? Meld je dan nu aan en blijf zo op de hoogte!

Bedankt voor het aanmelden. Veel leesplezier!