Omdenken in funderingstechnieken

Zonder fundering komen bouwprojecten letterlijk niet van de grond. KELLER Funderingstechnieken, ’s werelds grootste speler op dit gebied, pakt dit op een bijzondere manier aan. Niet met de palen waar we in Nederland zo aan gewend zijn, maar met grondverbetering.

Tekst: Emma Veldhuis

Het bedrijf werd in 1860 opgericht in Duitsland en is inmiddels uitgegroeid tot een wereldspeler. De Nederlandse vestiging werd zo’n 25 jaar geleden geopend, nadat KELLER met succes heeft meegewerkt aan de Noord/Zuidlijn. “Toen werd het toch tijd om hier een vestiging te openen”, vertelt Marcel Mertens, sinds 2021 bedrijfsleider bij KELLER Funderingstechnieken. “KELLER wilde haar marktgebied vergroten en daarmee ontstaat er een cultuurverschil. Het is wel zo fijn om mensen te hebben die met de Nederlandse werkcultuur overweg kunnen.”

De Nederlandse afdeling is met vier man personeel relatief klein, maar achter hen staan de tienduizend medewerkers die KELLER wereldwijd in dienst heeft. De machines en de mensen die het werk komen uitvoeren, komen nog altijd uit Duitsland. “Dat zijn specialisten die dit soort technieken elke dag uitvoeren. Zo heb je altijd de juiste mensen op de juiste plek.” Dat is wat Mertens betreft de grote kracht van KELLER. Bij zijn vorige werkgever hield hij zich ook met funderingstechnieken bezig, maar dat was toch anders. “Daar werkten we met alle denkbare technieken en moesten we vooraf weer even nadenken over hoe zoiets ook alweer ging. Dan sta je soms bij de start van het project al met 1-0 achter. Dat is bij KELLER niet het geval. In Nederland werken we met een klein aantal technieken en doen dat met zeer gespecialiseerde teams die precies weten waar ze mee bezig zijn. Desondanks is ons werk alles behalve saai. De skills die we inzetten zijn hetzelfde, maar de projecten zijn heel divers. Van havens tot hallenbouw en van historische gebouwen tot industrie, we komen overal. De ene keer staan we in de havens van Gent, de volgende keer bij het Binnenhof in Den Haag of bij een distributiecentrum in Emmen.”

Overtuigingskracht

De keuze voor grondverbetering als focus zorgt soms voor uitdagingen. “In Nederland zijn we eraan gewend om met palen te werken. Zo steekt onze cultuur in elkaar. De grond is goed genoeg om gelijk te gaan bouwen en zo niet, dan slaat men er palen in. Wij pakken dat anders aan, wij zorgen er door grondverbetering voor dat de grond toch goed genoeg wordt om op te bouwen. Dat omdenken zit er bij Nederlanders alleen nog niet helemaal in, dus dat vergt van ons veel overtuigingskracht.”

Hoe die grondverbetering precies gebeurt, hangt af van de bestaande grondeigenschappen. “Als de grond net niet goed genoeg is, werken we bijvoorbeeld met grindkolommen. Een groot voordeel daarvan is dat grind een natuurproduct is, wat een stuk milieuvriendelijk is dan bijvoorbeeld beton. Soms ontkomen we niet aan beton, maar dan kiezen we voor slankere kolommen. Ook daarin kunnen we besparingen realiseren. Dat deden we bijvoorbeeld twee jaar geleden bij een project in Rotterdam, waar we tankfundaties hebben gebouwd. Dat was een bijzonder project, dat begon met een telefoontje uit India. Iemand daar die vaak samenwerkte met KELLER had nu een project in Nederland met ‘moeilijke’ grond. De Nederlandse constructeur wilde met stalen palen van bijna veertig meter gaan werken, maar dat kost een hoop materiaal en is ook gigantisch duur. De vraag was of wij dat efficiënter konden doen. Wij kwamen uiteindelijk met een oplossing met Rigid Inclusions van 23 meter, waarmee we fors konden besparen op tijd en materialen.”

Internationale samenwerking

“Het leuke aan de internationale samenwerking is dat KELLER een smeltkroes is geworden waarin het beste van elke cultuur terugkomt”, vindt Mertens. “Veiligheid en kwaliteit zijn voor ons heel belangrijk, daarin krijgen klanten echt de Duitse en Engelse standaard. Wij Nederlanders zijn soms net iets sneller en efficiënter en dat geven wij hen dan weer mee. Wat ook erg fijn is aan de samenwerking binnen het bedrijf is dat er altijd iemand is om op terug te vallen bij complexe vraagstukken. Je hebt altijd binnen twee telefoontjes iemand aan de lijn die precies weet welke oplossing zich het best leent voor jouw project. De grond verschilt per land, maar er zijn veel overeenkomsten. Zo lijken de zachte kustgronden in Nederland sterk op die in Noord-Duitsland, waardoor we veel kennis en ervaring uitwisselen.”

In Nederland ziet Mertens dat de focus op het moment vooral bij funderingsherstel bij monumenten ligt. Daarvoor is KELLER momenteel aangehaakt bij de renovatie van het Binnenhof in Den Haag. “Daarnaast zien we een toenemende interesse voor grondverbetering onder gebouwen en infrastructuur. Ik zou heel graag willen zien dat men meer over grondverbetering praat. Denk eens niet in palen, maar in andere oplossingen. Wij denken daarbij graag met de mensen mee, want er kan vaak meer dan men verwacht.”