
Explosieveiligheid is in veel industriële omgevingen letterlijk van levensbelang. Exinspect helpt bedrijven om hun ATEX-installaties veilig én aantoonbaar conform de wetgeving in bedrijf te houden.
Tekst: Jeanette van Swaal
Eigenaar Pieter Bolder begon zijn carrière als instrumentatie-engineer. “Vanuit het ontwerpvak binnen elektrotechniek en meet- en regeltechniek werk je automatisch in omgevingen waar explosieveiligheid belangrijk is”, vertelt hij. “We zijn als vanzelf ATEX-inspecties gaan uitvoeren en zijn ons daar vanaf 2013 volledig in gaan specialiseren.”
Exinspect inspecteert ATEX-installaties vóór ingebruikname, bijvoorbeeld na een verbouwing of wijziging. Ook doen ze periodieke inspecties en voeren ze rapportages uit op basis van de ATEX-richtlijnen en de Arbowet. “Explosieveiligheid stopt niet bij elektrische installaties. Er zijn ook andere ontstekingsbronnen, van mechanisch tot statische elektriciteit, die je in beeld moet brengen.”
ATEX staat voor ATmosphères EXplosibles en is een Europese richtlijn voor explosieveiligheid. “Als je met brandbare stoffen werkt, loop je risico op een explosieve atmosfeer. Dan moet je je installatie indelen in zones,” legt Bolder uit. Gaszone 2 betekent dat een explosieve atmosfeer incidenteel kan voorkomen, zone 1 tijdens normaal bedrijf, en zone 0 vrijwel continu. Voor vaste stoffen geldt een vergelijkbare indeling met de zones 22, 21 en 20. “Elke zone stelt andere eisen aan het materieel en de installatie. De uitdaging is om de juiste combinatie van apparatuur en installatietechniek toe te passen.”
Met een GAP-analyse brengt Exinspect in kaart wat er nodig is om aan de richtlijnen te voldoen. “We kijken wat de installatie moet zijn volgens de richtlijn en wat er nog ontbreekt. Van daaruit kunnen we adviseren we hoe dat opgelost kan worden. Soms gaat het om technische berekeningen, soms om ontwerpaanpassingen”, zegt Bolder. “Onze kracht ligt in die combinatie van engineeringkennis en praktijkervaring.”
Inspecties door de opdrachtgever zelf zijn toegestaan, mits goed georganiseerd. “De monteur die het apparaat heeft geplaatst, mag niet zijn eigen werk keuren. Er moet altijd een onafhankelijke blik zijn, zelfs binnen de eigen organisatie.”
Pieter Bolder
De praktijk wijst uit dat fouten vaak niet in de apparatuur zelf zitten, maar in de manier waarop die wordt geïnstalleerd. “Het verkeerde kabelwarteltje kan een complete beschermingsmethode ondermijnen”, waarschuwt Bolder. “Als er een explosie plaatsvindt en de kabelwartel is niet geschikt, dan blaast het systeem alsnog open.” Andere veelvoorkomende issues: losse bedrading, slecht aangedraaide klemmen of verkeerd aangesloten componenten.
De Explosieveiligheidsdocumentatie (EVD) is essentieel, maar laat in de praktijk vaak te wensen over. “We zien te vaak dat er ellenlange documenten zijn waarin essentiële onderdelen ontbreken”, zegt Bolder. “Hoe zijn medewerkers opgeleid? Is er antistatische kleding beschikbaar? Wat zijn de mitigerende maatregelen bij verhoogd risico? Juist dat soort zaken missen we nog te vaak.”
Om ATEX-inspecties efficiënter te maken, ontwikkelde Exinspect een eigen app. “Waar we vroeger met stapels papier door installaties liepen, volstaat nu een explosieveilige smartphone”, vertelt Bolder. De app bevat slimme checklists die automatisch inspelen op het type apparaat en de gebruikte beschermingswijze. Dankzij een database met duizenden apparaten herkent de app modellen aan de hand van een typenummer of certificaat, waardoor handmatig invullen nauwelijks nodig is. Ook foto’s worden direct aan de juiste locatie gekoppeld.
Klanten kunnen de app bovendien zelf gebruiken. “Voor kleine wijzigingen, zoals het vervangen van een motor, kunnen getrainde medewerkers van onze klanten de inspectie zelf uitvoeren”, aldus Bolder. “Wij controleren de gegevens en voegen ze toe aan het inspectiedossier.”
Het grote voordeel voor klanten? De inspecties verlopen sneller, zijn minder kostbaar én ze beschikken altijd over een actueel en gestructureerd overzicht van hun explosieveilige installatie. Zo wordt het aantoonbaar voldoen aan de ATEX-richtlijnen een stuk eenvoudiger.
Bedrijven doen er goed aan om zich voor te bereiden op de komst van de nieuwe installatienorm. “De internationale versie is al gepubliceerd en de Nederlandse NEN-norm volgt naar verwachting dit jaar”, zegt Bolder. “De structuur en inhoud zijn ingrijpend gewijzigd. Voor bestaande installaties verandert er niets, maar bij nieuwbouw kunnen andere eisen gaan gelden. Het is belangrijk dat installateurs zich hier tijdig op instellen.”
Volgens Bolder denken sommige bedrijven nog altijd dat ze ‘ATEX-proof’ zijn, terwijl de praktijk anders uitwijst. “Het is opvallend hoeveel bedrijven pas na twintig jaar regelgeving ontdekken dat ATEX voor hen geldt. Vaak doordat de verzekering of arbeidsinspectie iets signaleert.” Toch ziet hij dat het bewustzijn groeit. “Veiligheid begint bij inzicht. Wij helpen bedrijven die veiligheid aantoonbaar te maken – en dat begint met een goede inspectie.”