Selecteer Pagina

Een eigen ‘landingspunt’ voor de waterstofsector

door | 24 apr, 2023 | Uitgelicht, Waterstof

Foto: PIerre Crom

Dit voorjaar wordt een nieuwe branchevereniging opgericht voor de Nederlandse waterstofsector. Deze staat onder leiding van Alice Krekt, die daarvoor programmadirecteur was van het Deltalinqs Climate Program. In Europoort Kringen vertelt ze over haar beweegredenen, de mogelijkheden van waterstof en de belangrijkste uitdagingen.

[ihc-hide-content ihc_mb_type=”show” ihc_mb_who=”2,4″ ihc_mb_template=”3″ ]

De totstandkoming van de nieuwe waterstofbranchevereniging is een initiatief van twaalf bedrijven: Air Liquide, Air Products, BP, Eneco, Engie, HyCC, Ørsted, RWE, Shell, Tata Steel, Vattenfall en Yara. De organisatie bouwt verder op het werk van het H2-Platform, dat ophoudt te bestaan. Zij moet dé gesprekspartner worden op het gebied van waterstof met ministeries, bestuurders en andere organisaties. De focus van de vereniging komt te liggen op het Nederlandse en Europese beleid. Er zal worden meegedacht, kennis opgebouwd en uitgewisseld en er afspraken worden gemaakt over bijvoorbeeld veiligheid. 

De brancheorganisatie komt te bestaan uit een bureau met een team van medewerkers, die door de begin deze maand aangetreden directeur Alice Krekt worden aangenomen. Daarnaast is het haar taak om de vereniging in te richten en vorm te geven, en de prioriteiten vast te stellen.

Je was zeven jaar lang programmadirecteur van het Deltalinqs Climate Program. Vanwaar de overstap naar deze waterstofbranchevereniging?

“Waterstof is een nieuwe markt en een nieuw segment in de economie. Het is een molecuul dat al lang bewezen veilig wordt gebruikt en dat we in de energietransitie nodig hebben, in allerlei nieuwe toepassingen. De mensen die hiermee aan het bouwen zijn, denken in mogelijkheden. Dat geeft mij energie. Verder vind ik het leuk om een nieuwe organisatie op te bouwen, samen met de twaalf partners die hun nek uitsteken en de anderen die zich aansluiten.”

Dat opbouwen deed je ook bij wat eerst het Deltalinqs Energy Forum heette en later is omgedoopt tot Deltalinqs Climate Program.

“Klopt, het Energy Forum was aanvankelijk klein, met enkele projecten en activiteiten erin. Naarmate het klimaat belangrijker werd in Nederland, is ook het Deltalinqs Climate Program gegroeid met meer projecten en activiteiten en onder meer de oprichting van de clustertafels en het Versnellingshuis, waar ik voorzitter van was. Het was erg leuk om dat op te bouwen.”

Waar ben je het meest trots op van je tijd bij Deltalinqs?

“We hebben veel zaken geordend en ook zijn we met elkaar tot een visie gekomen hoe we de energietransitie in het industriële cluster van Rotterdam en Moerdijk vorm kunnen geven. Op hoofdlijnen hebben we een plan opgesteld, waarmee we aan de slag zijn gegaan. Voor Deltalinqs zijn daar ook een groot aantal projecten voortgekomen, zoals H-vision dat we een stap verder hebben gebracht, de oprichting van het Fieldlab Industriële Elektrificatie (FLIE) en ook de energie-innovatiescans. We hebben diensten kunnen leveren aan bedrijven en zijdelings geholpen met de totstandkoming van wetgeving voor bioraffinaderijen en electrolysers. Als één team hebben we de schouders eronder gezet. Vanuit het Versnellingshuis kunnen wij projecten een duwtje in de rug geven, terwijl we aan de clustertafels met bedrijven, overheden en andere stakeholders de vooruitgang bespreken. Dat geeft rust, overzicht en ook actie. Wel ligt er nog een flinke opgave ten aanzien van de grondstoffentransitie. Daarvoor moet nog veel worden uitgezocht.”

Vind je een stap van ‘klimaat’ naar ‘waterstof’ niet een versmalling van je werkveld?

“Dat heb ik mij zelf eerst ook afgevraagd. Maar waterstof is zó breed. Het is één molecuul, maar is in heel veel toepassingen te gebruiken, of het nu gaat om energiedrager voor bijvoorbeeld de mobiliteit, als grondstof voor de industrie of als opslagmedium. In de veelheid aan toepassingen is het dus heel breed. Er zijn enorm veel bedrijven mee bezig, en er moet nog van alles gebeuren op het gebied van financiering, de business cases, wetgeving en ook techniek. Dat maakt het juist interessant.”

De nieuwe waterstofbrancheorganisatie bouwt voort op het werk van het H2-Platform. Waarom kon dat niet gewoon blijven bestaan?

“Het H2-Platform heeft goed werk verricht, maar de nieuwe brancheorganisatie krijgt meer capaciteit en vaste mensen in dienst. Verder een helderder organisatie, beslisstructuur en agenda. Wat nodig is, is meer continuïteit. We zijn in Nederland al een tijd bezig om tot een volwassen waterstofmarkt te komen. Net als bijvoorbeeld de windindustrie is het voor de waterstofsector belangrijk om een eigen vereniging te hebben, waar kennis kan worden uitgewisseld en die voor een gezamenlijk belang staat. Er is een nieuwe markt aan het ontstaan, en bedrijven en partners hebben een landingspunt nodig.”

Er zijn heel veel waterstofplannen en -projecten. Wat is er nodig zodat die tot de fase van realisatie komen?

“Dat zijn wij nu bezig in kaart te brengen [dit interview vindt in maart plaats, red.]. Ik weet wel al dat er uitdagingen zijn op het gebied van infrastructuur. Ook moet er duidelijkheid komen over de zuiverheid van waterstof. Vaak gaat het om nieuwe technieken die nog duur zijn.”

We weten al jaren dat waterstof een belangrijke rol vervult in de energietransitie. Hadden we niet al wat stappen verder kunnen zijn?

“Deels komt dit door politieke onzekerheid. Lang was niet zeker hoe belangrijk waterstof zou worden. De studie van Gasunie heeft een grote impuls gegeven. Hieruit bleek dat het bestaande gasnet deels kan worden gebruikt voor het transport van waterstof. Ook was er een ‘stammenstrijd’ tussen verschillende energiedragers die tijd heeft gekost. Bedrijven gaan niet investeren als ze geen zekerheid hebben. Overigens is waterstof niet de oplossing voor alle problemen. We hebben ook andere energiedragers nodig, zoals warmte en elektriciteit.”

Hoe belangrijk vind je de productie van waterstof in Nederland? 

“We moeten in Nederland veel meer maakindustrie op het gebied van waterstof creëren, al kunnen we hier nooit alle waterstof produceren die nodig is. Het is altijd handig als je op sommige vlakken onafhankelijk bent.”

Tot slot: gaan we je nog in Rotterdam terugzien?

“Jullie zullen me wat minder vaak in Rotterdam tegenkomen. Voorlopig houden we wel kantoor in Rotterdam, waar veel op het gebied van waterstof gebeurt. De definitieve vestiging van de vereniging kan in een andere plaats komen. Ook buiten Rotterdam zijn er volop waterstofactiviteiten, zoals in Groningen of Den Helder. In heel Nederland zijn er dienstverleners die we gaan ondersteunen.”

[/et_bloom_locked]

Nieuwsbrief

Wekelijks het laatste Rotterdamse industrienieuws direct in je inbox? Meld je dan nu aan en blijf zo op de hoogte!

Bedankt voor het aanmelden. Veel leesplezier!