Aanvullende informatie nodig voor MER van Gunvor

De Commissie voor de milieueffectrapportage (MER) heeft meer informatie gevraagd over de gebruikte technieken in de biobrandstoffenfabriek van Gunvor Energy Rotterdam. In november vroeg de MER ook om meer informatie.

Op haar site in de Rotterdamse haven wil Gunvor Petroleum Rotterdam een biobrandstoffenfabriek bouwen, waar plantaardige en dierlijke oliën en vetten worden omgezet naar biobrandstoffen. Op jaarbasis wil Gunvor ongeveer 700.000 ton van deze biobrandstoffen produceren, zoals biodiesel en biokerosine. Voordat het bedrijf met de bouw kan beginnen, dient de provincie Zuid-Holland een vergunning af te geven. Daarvoor moeten de milieugevolgen worden onderzocht in een milieueffectrapport. 

MER

In november jl. liet de commissie weten dat de informatie die Gunvor daarvoor heeft aangeleverd ontoereikend was. Er miste informatie over de werking en de effectiviteit van de installaties. Dit was nodig om een beeld te krijgen van de uitstoot naar de lucht en de lozing van stoffen naar het water. Volgens de commissie waren ook de milieugevolgen niet afgezet tegen de huidige situatie bij Gunvor. 

Restwarmtebenutting

Gunvor heeft meer informatie gegeven over energiebesparing en restwarmtebenutting. Ook is nu duidelijk wat de referentiesituatie is, waardoor in beeld is wat de milieueffecten van de nieuwe fabriek zijn. In de geleverde informatie ontbreken nog gegevens over de werking van vergelijkbare installaties en technieken om emissies naar lucht en water terug te brengen. Het is nu aan Gunvor om het rapport aan te vullen en de commissie de aanvraag opnieuw te laten beoordelen. Gunvor laat weten dat het aanvullende informatie zal leveren om deze punten te onderbouwen.

Zie ook: Nieuwe naam voor raffinaderij Gunvor