Er kan nog geen besluit worden genomen over een vergunning voor de Waste-to-Chemicals-fabriek die in de Botlek moet komen. Het huidige milieurapport mist een aantal belangrijke zaken. Het Havenbedrijf Rotterdam laat in een reactie weten dat de planning hierdoor niet in gevaar komt.
Een consortium bestaande uit het Havenbedrijf Rotterdam, Enerkem, AkzoNobel en AirLiquide wil in de Botlek een installatie bouwen voor productie van methanol uit afval. De plant zal van ongeveer 360.000 ton niet-gevaarlijk huishoudelijk en bedrijfsafval 220.000 ton methanol kunnen maken.
Vergunning
Voordat de milieudienst Rijnmond (DCMR) en Rijkswaterstaat, namens de provincie Zuid-Holland en de minister van IenW, een knoop doorhakken over de omgevings- en watervergunning zijn de milieugevolgen onderzocht in een milieueffectrapport. Hierin staat beschreven wat de bijdrage van de plant aan de circulaire economie is. De DCMR heeft de Commissie milieueffectrapportage (m.e.r.) gevraagd om het milieurapport te toetsen.
Geur- en geluidshinder
Hieruit blijkt dat er nog wat haken en ogen aan het milieurapport zitten. Zo mist de commissie belangrijke gegevens over het methanolproductieproces. De kans bestaat dat het afval minder makkelijk in methanol zou kunnen worden omgezet, met misschien meer luchtverontreiniging tot gevolg. Ook is nog onduidelijk hoeveel geur- en geluidshinder de fabriek veroorzaakt.
Bijzondere bedrijfsomstandigheden
De commissie adviseert het rapport hiermee aan te vullen. Ook raadt zij aan onzekere factoren in het nieuwe rapport te belichten. De installatie in Rotterdam wordt immers twee keer zo groot als de soortgelijke fabriek die in Canada draait. Ook zijn enkele onderdelen nog niet in Canada toegepast. Verder wil de commissie dat milieueffecten bij bijzondere bedrijfsomstandigheden duidelijk in kaart worden gebracht. Die kunnen groter zijn dan normaal bij de opstart, uitgebruikname, storingen, calamiteiten en knelpunten bij gaslevering.
Reactie Havenbedrijf Rotterdam
Woordvoerder Bert Regeer van het Havenbedrijf Rotterdam laat in een reactie weten dat het team voor het Waste-to-Chemicals-project op 13 april jl. ‘volgens plan’ de milieueffectenrapportage bij de DCMR heeft ingediend. “De commissie MER heeft hierover een voorlopig advies gegeven aan de DCMR, waarin inderdaad om meer informatie wordt gevraagd wordt op een aantal onderwerpen. Waste to chemicals maakt gebruik van een nieuwe technologie om producten te maken uit afval. Het is daarom ook niet ongebruikelijk dat in deze fase om meer informatie wordt gevraagd. Wij zullen de MER op specifieke punten aanvullen. Met de beantwoording van aanvullende vragen is rekening gehouden in de planning en dit heeft dan ook geen invloed op de tijdslijn van het project. Belangrijke milestones blijven onveranderd: investeringsbesluit eind 2018 en start installatie in 2021.” Over de gewenste aanvullingen zegt Regeer: “We zullen beter onze conclusies ten aanzien van impact ten aanzien van lucht, geur en milieu in het algemeen, meer in detail onderbouwen en aangeven hoe we op alle aspecten binnen gestelde beleidseisen blijven.”