De Rekenkamer Rotterdam heeft geen goed woord over voor de manier waarop de gemeente het Warmtebedrijf aanstuurt. Die laat te wensen over, en de financiële risico’s zijn groot.
‘Warmte zonder leiding’ is de veelzeggende titel van het rapport dat de rekenkamer openbaar maakte. De gemeente heeft 73,5 miljoen euro in het Warmtebedrijf gestort, en staat daarnaast garant voor de schulden ervan. Voor de Rekenkamer Rotterdam was dit voldoende reden onderzoek te doen naar de wijze waarop het college van B&W de onderneming aanstuurt.
Warmtebedrijf
De eerste belangrijke conclusie is dat het maatschappelijk belang van het restwarmtebedrijf op de achtergrond is geraakt en dat wordt gestuurd op ‘financiële prestaties’. Een strategiedocument of bedrijfsplan is er niet, waarin de maatschappelijke betekenis van het Warmtebedrijf is vastgelegd.
Risico’s
Daarbij komt dat de gemeente volgens de rekenkamer een groot financieel risico is aangegaan met het afsluiten van een contract tussen het Warmtebedrijf en Nuon, voor het leveren van restwarmte in Leiden. De financiering van de leiding is nog niet geregeld, de aanleg is vertraagd en er zijn nog niet genoeg klanten. De gemeente heeft niet alleen de risico’s onvoldoende in kaart gebracht, ook is de gemeenteraad er niet afdoende over geïnformeerd.
Aanbevelingen
De rekenkamer raadt aan dat het Warmtebedrijf zich voorlopig maar moet richten op het leveren van restwarmte in Rotterdam. Ook zouden nieuwe afspraken met Nuon moeten worden gemaakt, en is het zaak de gemeenteraad voortaan te informeren over de risico’s van grote contracten van het bedrijf.