Opblaasbare drijflichamen die tijdelijke keermiddelen op hun plek zetten. Met deze uitvinding maakt Buitink Technology in Duiven de renovatie van drie stuwcomplexen in de Nederrijn een stuk eenvoudiger.
Buitink Technology is gespecialiseerd in het bedenken van innovatieve oplossingen, waarbij zeildoek, folies en technisch textiel een hoofdrol spelen. In opdracht van BSB Staalbouw heeft Buitink opblaasbare drijflichamen oftewel onderwaterkussens geëngineerd, vervaardigd en gemonteerd. Hiermee worden tijdelijke keermiddelen afgezonken en later weer omhoog gebracht. Een keermiddel is een afsluitbare dam die het water tegenhoudt. Het systeem van de drijflichamen is samen met BSB Staalbouw uitgedacht en ontwikkeld in het kader van de eerder genoemde renovatie van drie stuwcomplexen in de Nederrijn: Amerongen, Hagestein en Driel. Cruciaal tijdens deze renovatie – die door BSB Staalbouw en Siemens wordt uitgevoerd – is de plaatsing van tijdelijke keermiddelen. Alleen op die manier kunnen bestaande viziersluizen worden weggehaald en vervangen of gerenoveerd. De tijdelijke keermiddelen bestaan uit twee staalconstructies, die ieder circa 130 ton wegen (260 ton in totaal). De door Buitink ontwikkelde drijflichamen hebben circa 270 ton drijfvermogen. Directeur Rienk de Vries van Buitink Technology: “Beide delen van het tijdelijke keermiddel worden voorzien van acht drijflichamen. Samen met BSB Staalbouw zijn de exacte afmetingen, posities en bevestigingspunten bepaald om een optimaal drijfvermogen te creëren. Het vinden van het juiste evenwicht met de gevulde drijvers vormde de uitdaging die we met succes zijn aangegaan.” Alle zestien drijflichamen worden aangesloten op een luchtinstallatie met verdeelblok, waarbij iedere drijver apart kan worden aangestuurd. De Vries: “Op deze wijze kunnen we ze ieder de gewenste luchthoeveelheid en druk meegeven. Deze verfijnde aansturing per drijver, maakt het mogelijk nauwkeurig de horizontale positie van de keermiddelen bij te stellen. Niet alleen tijdens het afzinken, maar ook tijdens het later weer omhoog brengen van de keerwanden.”