De Sleipnir, ‘s werelds grootste half-afzinkbare kraanschip, doet zondag 22 maart de haven van Rotterdam aan. Het megakraanschip is afkomstig uit Trinidad, waar het een project heeft afgerond.
Terwijl de bemanning aan het werk was in de Caraïben, en daarvoor in Israëlische en Braziliaanse wateren, verspreidde het coronavirus zich razendsnel over het Europese continent. Om de gezondheid van de 400 bemanningsleden van het schip van Heerema MC te waarborgen, is het verboden het schip in de haven te bezoeken. Eind maart vaart de Sleipnir alweer verder, afkoersend op ontmantelingswerkzaamheden op de Noordzee.
Megakraanschip
Het vaartuig is gebouwd om zeer grote offshore werkzaamheden uit te voeren, zoals het bouwen van windturbines of het ontmantelen van boorplatforms. Daarvoor heeft het twee kranen aan boord, die elk 10.000 ton kunnen tillen. Afgelopen najaar verbrak het schip een wereldwijd hijsrecord voor kraanschepen door 15.300 ton te tillen. Het schip is 220 meter lang, 102 meter breed en weegt 119.000 ton.
Walstroom
De Sleipnir – dit is de naam van de achtvoetige hengst van de Noorse god Odin – heeft een duurzaam tintje. Het heeft een dual fuel-aandrijving, waarmee het volledig op LNG kan varen. Ook heeft het twee gestroomlijnde drijvers, die de Sleipnir in staat stellen zich relatief snel vooruit te bewegen terwijl het toch beperkt brandstof verbruikt. Bij de ligplaats in het Calandkanaal maakt het gebruik van walstroom.