Het consortium dat werkt aan een windenergie-eiland op de Noordzee heeft er een nieuw lid bij. Het Havenbedrijf Rotterdam heeft zich erbij aangesloten.
Het havenbedrijf is het vijfde lid van het North Sea Wind Power Hub-consortium. De andere leden zijn Tennet Nederland, Tennet Duitsland, Energinet en Gasunie. Zij zien in het Havenbedrijf Rotterdam ‘een sterke partner’ met een ‘duidelijke duurzame strategie’.
Aansprekend vergezicht
Allard Castelein, ceo van het havenbedrijf, licht het lidmaatschap toe: “De industrie heeft groene stroom en waterstof nodig wil ze aan de klimaatdoelstellingen van Parijs kunnen voldoen. Het concept van een North Sea Wind Power Hub is een aansprekend vergezicht in de ontwikkeling van een grootschalig, duurzaam energiesysteem op de Noordzee. Wij hebben als havenbedrijf ervaring met de aanleg van land in zee en zetten die hiervoor graag in. We moeten nu vaart maken met grootschalige windenergie op zee en zorgen dat dit goed verankerd wordt in de plannen van de verschillende landen rond de Noordzee.”
Windenergie-eiland
Het consortium gaat nu aan de slag om het plan voor een grootschalig, duurzaam energiesysteem op de Noordzee verder uit te werken. Om de klimaatdoelstellingen van de EU te halen, zal naar schatting tussen de 70 en 150 gigawatt aan offshore windvermogen nodig zijn, is de verwachting van het consortium. Een hoeveelheid groene stroom die de industrie goed kan gebruiken in haar voornemen om te vergroenen.
Een belangrijke rol hierin speelt de aanleg van een of meer windenergie-eilanden. ‘Power link islands’ worden die door het consortium genoemd. Het zijn door mensenhanden aangelegde eilanden, die op locaties moeten verrijzen waar het veel en hard waait.
Kostenvermindering
Deze eilanden moeten de Noordzeelanden met elkaar verbinden. Zo’n eiland staat weer in verbinding met grote aantallen windturbines in offshore windparken. Vanaf het eiland kan de windenergie via gelijkstroomverbindingen verder worden getransporteerd naar wal. Wanneer je dit slim doet, ontstaat een kostenvermindering van dertig procent ten opzichte van reguliere, nu gebruikte converterstations.