Havens vernieuwen, verduurzamen, moderniseren en gaan met hun tijd mee. Ook oude, in onbruik geraakte havengebieden veranderen. Krijgen een nieuwe jas, een nieuwe bestemming. Ze hebben een enorme aantrekkingskracht als vestigingslocatie voor start-ups. Vooral jonge en creatieve ondernemers geven haventerreinen een complete make-over. Onherkenbaar voor wie er ooit heeft gewerkt.
Door Jaap Luikenaar
Dat werd me onlangs weer eens overduidelijk toen ik met een gezelschap een ritje maakte door het Merwe- en Vierhavensgebied. Dat gebeurde in de traditioneel gele Amerikaanse schoolbus van Drive To Connect. Achter het stuur zat Hans van Meggelen, een sociaal-ondernemer van 60+. Hij verhuurt de bus als een mobiele vergader-, trainings- en presentatieruimte. Hans is idealist en kent Rotterdam op zijn duimpje. Met de bus trekt hij wijk en buurt in om ‘mensen en mogelijkheden bij elkaar brengen’ en zo de samenleving een beetje leuker, mooier en socialer te maken.
Ik ken het havengebied in Rotterdam-West vooral vanaf het water als de voormalige Rotterdam Fruitport. Ooit speerpunt en logistieke draaischijf waar sinaasappelen, citroenen, bananen en kiwi’s werden op- en overgeslagen. Ofwel behandeld werden zoals dat in haventaal zo mooi heet. Aan de kades lagen ranke witte gekoelde fruitschepen – reefers – afgemeerd en waar met speciale fruitkranen duizenden en nog eens duizenden pallets fruit en groenten werden uitgeladen en naar de koelloodsen gingen. En de geconcentreerde vruchtensappen naar de Juiceterminal, niet te vergeten. Via de fruitveiling en de gele, oranje en rode netjes van Bakker Barendrecht vond het fruit dan tenslotte zijn weg naar de schappen van AH maar vaak verder, tot diep Europa in. Inmiddels vindt fruitoverslag vooral plaats op de Maasvlakte en het Waal-Eemhavengebied (‘Coolport’).
Het woord ‘fruit’ kwam in de toelichting die buschauffeur Hans onderweg gaf nauwelijks voor. Hij vertelde vooral over M4H, de hippe afkorting van het gebied: Merwe-Vierhavens. Samen met het Waal-Eemhavengebied, de Rijn-Maashaven en RDM-Heijplaat vormen ze Stadshavens. Een gebied dat een complete metamorfose ondergaat. Een project dat al jaren aan de gang is en nog jaren in beslag gaat nemen. M4H bruist van de creativiteit. Talrijke pioniers hebben zich in de ruige, roestige bedrijfshallen, loodsen en gebouwen gevestigd, of hebben er iets compleet nieuws neergezet. Aan de Lekhaven zag ik een bedrijvenbord met nummers: Santas 501, Jordy’s Bakery 503, Maxwan a+u 509, Awkward 513 en Spark 515. Termen die zelfs in de verste verten niets meer met fruit hebben te maken.
In de Amsterdamse haven is een soortgelijke gedaanteverwisseling in volle gang. Vroeger waren het hooguit Ruigoord en de voormalige ADM-werf waar kunstenaars en hippies zich huisvestten en creatieve werkplekken bouwden. Maar de laatste jaren ontwikkelt zich zowel aan de noord- als aan de zuidoever van het IJ een heuse woon-werkstad. De haven met zijn zware industrie moet daarom opschuiven naar het westen, dieper Westpoort in. Ze moet plaatsmaken voor woningbouw en schone kleinschalige economie, vooral op het gebied van kennis, creativiteit, media, design, horeca en leisure.
Houthavens, NDSM-terrein en Shell-toren hebben een nieuwe bestemming gekregen. Het project ‘Sprong over het IJ’ met fiets- en wandelbruggen moet noord- en zuidoever beter bereikbaar en dichter bij elkaar brengen. De geplande bruggen en de herrie van rolkoffertjes zijn er de oorzaak van dat cruiseterminal PTA zijn triple-A locatie ‘naast’ het Muziekgebouw en het Centraal Station vaarwel moet zeggen en inruilen voor een kille kademuur in de Coenhaven.
Hoofdmoot van de ambitieuze Haven-Stad-plannen van het gemeentebestuur is de bouw van maar liefst veertig- tot zeventigduizend woningen. Denk aan een stad als Leiden. De haven moet wijken. Zo lijkt voortbestaan van bijvoorbeeld de reparatiewerf van Damen aan de noordoever heel onzeker. Duidelijk is dat de grootste bouwplannen voor onrust zorgen in de hoofdstedelijke havengelederen. Bij strakkere milieunormen en kleinere milieugebruiksruimte voor havenondernemers, ligt stagnerende groei om de hoek. Die zorgen zijn terecht, want het lijkt wel of iedereen op het stadhuis is vergeten dat dertig kilometer westelijker, bij het IJmuidense sluizencomplex aan de ingang van het Noordzeekanaal, driftig wordt gebouwd aan een ander miljoenenproject: de grootste sluis ter wereld.
Waarom eigenlijk, vraag je je dan af.