Halfjaarverslag Havenbedrijf Rotterdam: groei en daling

Vanochtend heeft het Havenbedrijf Rotterdam de halfjaarcijfers van 2017 bekendgemaakt. Hoewel de containeroverslag een groei van bijna 6 procent (5,9%) heeft bereikt kan dit de daling van de overslag in de overige sectoren niet volledig compenseren. Met name is er de afgelopen 6 maanden een sterke daling waar te nemen in de overslag van ruwe olie (-7,6%) en kolen (-11,9%). Dit hangt samen met het voorziene sluiten van kolengestookte energiecentrales.

De omzet en het bedrijfsresultaat van het Havenbedrijf blijven stabiel, ook al is het netto resultaat volgens het Havenbedrijf sterk vertekend door een boekhoudkundige verwerking. Het Havenbedrijf heeft naar eigen zeggen in het afgelopen halfjaar belangrijke stappen gezet in energietransitie. Hieronder volgen de details.

De haven van Rotterdam heeft in de eerste zes maanden van 2018 een overslag gerealiseerd van 232,8 miljoen ton. Dat is 2,2% minder dan in het eerste halfjaar van 2017. De groei van de containeroverslag, een van de strategische speerpunten van het Havenbedrijf, zette door met 5,9% (in tonnen, +6,2% in TEU) ten opzichte van de eerste zes maanden van 2017, inclusief een nieuw overslagrecord in mei.

Het marktaandeel van Rotterdam ten opzicht van de andere havens in de Hamburg-Le Havre range is in de containersector toegenomen van 30,9% (Q1 2017) naar 31,2% (Q1 2018)¹.

De groei in containeroverslag heeft echter de daling in de overslag van nat en droog massagoed niet kunnen compenseren. De teruggang bij massagoed zat vooral in de overslag van kolen, ruwe olie en minerale olieproducten, zoals stookolie. De kolenoverslag is gedaald, onder andere als gevolg van het sluiten van kolengestookte energiecentrales, lagere energieproductie van nog operationele centrales en minder aanvoer van cokeskolen voor de staalindustrie. Opvallende groeisegmenten waren LNG en biomassa met ruime verdubbelingen ten opzichte van overslagvolumes in dezelfde periode vorig jaar.

De financiële positie van het Havenbedrijf over het eerste halfjaar van 2018 was stabiel. Terwijl de ontvangen zeehavengelden gering daalden, namen de huur- en erfpachtopbrengsten van uitgegeven terreinen juist licht toe. Het resultaat vóór belastingen bleef nagenoeg onveranderd op € 126,1 miljoen.

Het netto resultaat was evenwel sterk vertekend door een eenmalige bate als gevolg van de fiscale openingsbalans, die op zijn beurt weer het gevolg was van de belastingplicht van het Havenbedrijf. Dit eenmalige positieve resultaat is puur boekhoudkundig en is een direct gevolg van het toepassen van wet- en regelgeving. Het Havenbedrijf ontvangt hierdoor géén extra kasmiddelen of extra bestedingsruimte. Integendeel: waar het Havenbedrijf voorheen géén vennootschapsbelasting hoefde te betalen, moet dit met terugwerkende kracht vanaf 2017 wél. Het eenmalige ‘papieren’ positieve resultaat betekent enkel dat het Havenbedrijf in de toekomst tijdelijk minder belasting hoeft af te dragen.

Op het terrein van de energietransitie zijn in het voorbije halfjaar belangrijke stappen vooruit gezet, zo stelt het Havenbedrijf. Zo werd in de Tweede Kamer een Klimaatwet aangenomen. Ter invulling van de daarin neergelegde ambitie werden aan de Industrietafel Rotterdam-Moerdijk een groot aantal maatregelen geïdentificeerd die de CO2-uitstoot met 10 miljoen ton kan reduceren. Het Havenbedrijf neemt niet uitsluitend op nationaal niveau zijn verantwoordelijkheid om een bijdrage te leveren aan de noodzakelijke energietransitie. Ook in internationaal verband zoekt het Havenbedrijf Rotterdam de samenwerking met andere havens die toonaangevend willen zijn in duurzaamheid en efficiency. Zo werkt het Havenbedrijf, voortbordurend op de aanbevelingen in het Wuppertal 2 rapport, met leidende havens ter wereld aan de ontwikkeling van een gezamenlijk programma om de efficiency te vergroten zodat er minder CO2 wordt uitgestoten en het gebruik van schone brandstoffen en schone technieken te bevorderen in de scheepvaart.

Wat de vooruitzichten voor de tweede helft van dit jaar en verder betreft laat het Havenbedrijf weten dat de wereldeconomie gebaat is bij vrije handel en maatregelen die vrije handel bevorderen. Importtarieven en handelsquota belemmeren de wereldhandel en zijn daardoor slecht voor de wereldeconomie. De relaties tussen grote handelsblokken in de wereld zijn momenteel gespannen. Daarnaast is onzeker of de onderhandelingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk leiden tot een nieuw handelsakkoord na de Brexit. Beide ontwikkelingen dragen ertoe bij dat de vooruitzichten voor verdere groei van de wereldhandel onzeker zijn. De volumebewegingen in de Rotterdamse haven lijken vooralsnog niet het gevolg te zijn van de recente handel-belemmerende maatregelen aangezien het effect daarvan pas na enige tijd zal doorwerken. Het Havenbedrijf Rotterdam blijft de ontwikkelingen nauwlettend volgen.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in