Door trage besluitvorming en verkeerde zuinigheid verloor Nederland zijn voorsprong op het gebied van windenergie. De Denen verdienen daar nu het grote geld mee. Bij de getijdenenergie dreigt hetzelfde, nu de centrale in de Brouwersdam op de lange baan is geschoven. Bovenstaande zaken zijn de ergernissen van Piet Ackermans, voorzitter van de branchevereniging Energie uit Water én projectdirecteur bij Antea Group. Hij uit deze in de PZC.
Twee jaar geleden besloot het kabinet dat er weer beperkt getij moet komen in de Grevelingen en het Volkerak-Zoommeer. De waterkwaliteit kan daar worden verbeterd door in de Brouwersdam een opening te maken naar de Noordzee. De industrie aast op de mogelijkheid om in die opening een getijdencentrale aan te leggen. Tijdens de recente begrotingsbehandelingen in de Tweede Kamer leken de laatste benodigde 75 miljoen euro te zijn gevonden. Minister Melanie Schultz echter vond het niet verstandig dat bedrag uit het Deltafonds te halen. Zij stelde dat dit Deltafonds-geld besteed diende te worden aan waterveiligheid. Dus niet voor waterkwaliteit en al helemaal niet voor innovatie. Ackermans vindt dit ‘verkeerde zuinigheid’, omdat de mogelijkheid om een getijdencentrale te bouwen daardoor op de lange baan geschoven wordt. Op zich is de bijdrage van de Zeeuwse getijdencentrales aan de energievoorziening gering. De vijf turbines die vorig jaar in de Oosterscheldekering zijn gehangen, leveren één megawatt. Dat is stroom voor duizend huishoudens. Volgend jaar komt daar het Tidal Technology Center in de Flakkeese Spuisluis in de Grevelingendam bij. Die levert vijf megawatt. De geplande centrale in de Brouwersdam is weer een stap groter: tussen de dertig en vijftig megawatt. Weliswaar bescheiden capaciteiten vergeleken met het vermogen van de grote windparken die op zee worden aangelegd, maar wel van waarde om een nieuwe, succesvolle industrie in Nederland te vestigen.
De verwachting is dat in de nabije toekomst meer dan tien procent van de energiebehoefte geleverd wordt door getijdencentrales. Voor de kust van Schotland en Wales, in Canada en in het Verre Oosten zijn zeer veel delta’s die geschikt zouden zijn voor toepassing van dergelijke centrales. Nederland kan een cruciale rol spelen in de ontwikkeling daarvan. Nodig zijn demonstratielocaties waar potentiële klanten kunnen kijken hoe getijdenturbines werken en wat het oplevert, meent Ackermans. Hij denkt aan locaties als Grevelingen- en de Brouwersdam. Met name een getijdencentrale in de Brouwersdam zou een wereldwijde showcase kunnen worden, zo meent hij.