Op de Tweede Maasvlakte zijn tests uitgevoerd met het in de grond trillen van monopiles voor offshore windturbines. De eerste resultaten met deze GDP Shaker zien er goed uit.
Het in de zeebodem heien van monopiles voor offshore windturbines – wat nu gebeurt – is tijdrovend en kostbaar. Ook zijn de trillingen en het geluid verstorend voor de omgeving, zoals voor bruinvissen. Onderzoekers van de TU Delft hebben een nieuwe techniek bedacht – de GDP Shaker – die de palen de zeebodem in trilt in plaats van slaat. De monopile gaat met dezelfde snelheid de bodem in, maar zonder geluid. ‘GDP’ staat overigens voor ‘gentle driving of piles’.
Meer tests GDP Shaker
De techniek is op de Tweede Maasvlakte getest. Hieruit blijkt dat de methode werkt. Dit jaar zal verder onderzoek worden verricht. In de loop van 2020 kunnen de eerste pilots op zee worden gedaan. Uiteindelijk zal het naar verwachting nog vier jaar duren voordat de GDP Shaker op commerciële schaal valt toe te passen.
Subsidie
Het project met deze nieuwe techniek valt onder GROW, een gezamenlijk onderzoeksprogramma dat tot doel heeft onderzoek en innovatie in de offshore windsector te versnellen. De volgende partijen zijn partner bij het project: TU Delft, Boskalis, Cape Holland, Deltares, DOT, Eneco, IHC IQIP, Innogy, Seaway7, Shell, Sif, TNO en Van Oord. Vanuit de Hernieuwbare Energie-regeling van RVO.nl is subsidie voor het project beschikbaar gesteld.