Aanvaringen op het water komen in de haven vrijwel niet of nauwelijks voor. Op het land daarentegen willen de meningen over de haven van tijd tot tijd wél flink botsen. Zoals deze twee. ‘Het moet ook een keer stoppen met die automatisering’, zei FNV-voorman Niek Stam in de microfoon van BNR-radio. Het gebeurde in de week waarin ook het Jaarverslag 2014 van het Havenbedrijf Rotterdam verscheen, dat begon met de zin: ‘We bevinden ons in een verandering van tijdperk’.
Door Jaap Luikenaar
Een botsing tussen de oude orde (die wil behouden wat er is) en de nieuwe orde (die wil veranderen). De wanhoopskreet vanuit de vakbond viel in de discussie over de automatisering binnen de containeroverslag op Maasvlakte 1 en 2 en de gevolgen voor het daar werkende havenpersoneel, dat overbodig lijkt te worden… tenzij… ja, tenzij wat eigenlijk? Tenzij diezelfde automatisering en aanverwante innovatie weer andere, nieuwe, extra banen (werk) weet te scheppen en havenpersoneel ook daadwerkelijk voor die nieuwe functies kan (en wil!) worden omgeschoold.
De hippe zinsnede ‘verandering van tijdperk’ waarmee het Havenbedrijf zijn jongste Jaarverslag begint, is opvallend en tegelijk gedurfd. Er zit immers een fundamenteel groot verschil tussen het toch wat versleten begrip ‘tijdperk van verandering’ en het veel indringender klinkende ‘verandering van tijdperk’. Met dat laatste lijkt het Havenbedrijf – beheerder en exploitant, maar hier vooral als ontwikkelaar van de haven – ons te willen wijzen op een op handen zijnde radicale omslag. Sterker nog die overgang naar een nieuwe economische orde en een nieuwe netwerksamenleving is al gaande. Alleen: hoe deze er uiteindelijk gaat uitzien is nog onduidelijk. Oprakende grondstoffen, aantasting van milieu, failliete banken, failliete landen, failliete havens (Piraeus), anonieme en uit hun krachten gegroeide overheidsorganisaties, bestuurders met te hoge bonussen, het doorgeschoten rendementsdenken, (nog) productiever zijn en tegelijk meer participeren in de samenleving. Zo kan het toch niet eindeloos doorgaan? De groei kent zijn grenzen.
Het begrip ‘Verandering van tijdperk’ uit het Jaarverslag is – bewust of onbewust – plagiaat, want sierde eind vorig jaar de omslag van het boek ‘Nederland Kantelt’. Dit boek over de transformatie – de kantelperiode – waarin onze economie en samenleving zich momenteel bevinden, is van de hand van mede-EuropoortKringen-columnist Jan Rotmans, tevens hoogleraar Transitiekunde aan de Erasmus Universiteit. In zijn vernieuwende platform Nederland Kantelt draait het om de vraag: hoe gaan we Nederland veranderen – laten kantelen – en hoe brengen kantelaars, verbinders en koplopers dit proces opgang. Hij schreef daar in het decembernummer van dit blad een zeer lezenswaardige column over.
Heel in het kort:
– De samenleving verandert van centraal en van boven aangestuurd naar een decentrale bottom-up netwerksamenleving.
– De structuur van de economie verandert. Weliswaar mondiaal, maar tegelijk op kleiner schaalniveau (van massaproductie via lopende band naar op maat dankzij 3D-printer). Ook productie en diensten worden minder centraal en meer decentraal en bovendien slimmer, schoner en minder verspillend.
– Meer aandacht voor menselijke waarden als milieu, leefbaarheid, gezondheid, veiligheid, zorg en ‘thuis’.
Hoe lang de omslag duurt en hoe de toekomst en die nieuwe economie er precies uit gaat zien is onzeker. En tegelijk onontkoombaar, want zeker niet een gril die het gevolg is van de haperende economie en dus straks weer overwaait. Zo ontstaan inmiddels her en der initiatieven die al een inkijk geven in de nieuwe netwerksamenleving ‘van onderop’. Denk aan crowdfunding, eigen energieopwekking via zonnepanelen en aan stadsgroentetuinen. Of aan de circulaire en de deeleconomie, waarin het niet draait om ‘bezit’ maar om ‘gebruik’. Van AirBnB, Thuisafgehaald en Seats2 tot aan Lease-a-jeans. Soms gebeurt dat rommelig, rafelig en zelfs een beetje lacherig maar in meerderlei opzicht ‘waardevol’.
‘Verandering van tijdperk’. Ook in de haven is een omslag merkbaar. Bij die veranderingen is de Havenvisie 2030 leidend. Investeren in innoveren behoort daarin tot de topprioriteiten, van belang om alle gewenste logistieke, industriële, maritieme en infrastructurele ontwikkelingen voor elkaar te krijgen. Aandacht voor de circulaire economie, milieu en duurzaamheid is er eveneens; net als voor communicatie met de omgeving (inwoners, politiek) en werken aan een beter havenbeeld: het uiterlijk/aanzicht van de haven. Maar of de Havenvisie hiermee nu echt het kompas is voor die ‘verandering van tijdperk’ en daarmee voor de ‘kantelende haven’?
Iets waar die Havenvisie nog maar weinig aandacht aan geeft krijgt zijn innovaties in personeelsbeleid en de arbeidsmarkt. Juist op dat gebied kan de haven nog grote stappen maken. De Topagenda besteedt aandacht aan de jonge, geschoolde instroom, maar loopt allerminst voorop in onderwerpen als diversiteit, flexibiliteit, deeltijdwerk, oudere werknemers, de verhouding privé en werk, et cetera, et cetera. Vaker in het nieuws zijn stakingen, verstarde arbeidsverhoudingen en vasthouden aan bestaande, ooit opgebouwde rechten. In zo’n klimaat past de frustratie bij de vakbond van Niek Stam over de automatisering op de containerterminals. Ook hier inspelen op de ‘verandering van tijdperk’? Waarom geen proef met een basisinkomen voor havenwerkers? Over ‘een beetje lacherig’ gesproken. Uit experimenten blijkt dat het sociaal, economisch en financieel meer oplevert dan al het geld dat nu wegvloeit naar werkloosheids- en ziektewetuitkeringen, bijstands- huur- en zorgtoeslagen, sollicitatiecursussen, omscholings-, reïntegratie- en andere trajecten. Waarom zijn het Friese gemeenten die nu met dat basisinkomen gaan experimenteren en niet de ‘havengemeenten’?
Straks, in het ‘gekantelde’ tijdperk, zullen het niet de grootste en zelfs niet de slimste havens zijn die overleven, maar juist de meest adaptieve. Havens dus die zich het best kunnen aanpassen aan veranderende (sociale, economische, technische) omstandigheden, die ‘meebewegen’ met de markt, flexibel zijn en daar adequaat en creatief op kunnen anticiperen. Dat zijn de nieuwe wereldleiders onder de havens.