Het verduurzamen van de Rotterdamse industrie is een kwestie van de lange adem. Snelle, gemakkelijke oplossingen zijn niet voorhanden. Dat denkt ceo Allard Castelein van het Havenbedrijf Rotterdam.
Castelein gaat in een interview met het AD in op de energietransitie die in de haven gaande is. Het Havenbedrijf Rotterdam werkt onder meer aan plannen om in de haven een CO2-afvangsysteem te realiseren, waarbij de CO2 in lege gasvelden onder de Noordzee wordt opgeslagen.
Ingrijpend
Het is volgens de haventopman noodzakelijk ook gebruik te maken van ingewikkelde constructies als deze. Want het zomaar stilleggen van vervuilende fabrieken is geen optie, vindt Castelein. “We kunnen niet de ene dag raffinaderijen sluiten en de volgende dag schone fabrieken openen. Er is geen quick fix, geen gemakkelijke oplossing. Kijk hoe ingrijpend het is om alleen al een woonhuis energieneutraal te maken. Dat is het voor een petrochemisch complex helemaal. De energietransitie in de Rotterdamse haven is een proces van veel partijen, veel kleine stapjes en een lange adem.”
Castelein
Sommigen zien raffinaderijen als relikwieën uit het verleden. Zo niet Castelein. “Raffinaderijen zijn niet passé”, zegt hij. “Er werken tienduizenden mensen en ze leveren de brand- en grondstoffen die in ons dagelijks leven nog nodig zijn. Shell, BP, ExxonMobil hebben ook stuk voor stuk plannen om de klimaatdoelen van Parijs waar te maken. Rotterdam is door het feit dat deze wereldspelers hier bij elkaar zitten de ideale plek voor de noodzakelijke vernieuwing. We hebben elkaar juist nodig om de enorme opdracht te verwezenlijken, want dankzij hen hebben we schaalgrootte en zijn we relevant genoeg om dingen voor elkaar te krijgen.”
Heel constructieve houding
Zowel in het bedrijfsleven als bij de overheid is de houding ten aanzien van de energietransitie veranderd, signaleert Castelein. “Nu bellen de ministeries mij zelf op met de vragen wat ze kunnen betekenen, met een heel constructieve houding om mee te werken. Ook de grote oliemaatschappijen en chemiebedrijven nemen contact op, omdat ze meer willen horen en hun topmannen graag langs willen komen. Dat geeft allemaal aan dat de hele sfeer rond energietransitie echt anders is.”
Zie ook: Klus clustercommissaris ten einde