Bouw zeesluis brengt aannemers in problemen

De bouw van de nieuwe zeesluis bij IJmuiden pakt een stuk duurder uit dan de aannemers BAM en VolkerWessels vooraf dachten. De tegenvaller bedraagt 138 miljoen euro.

De aannemers, die voor dit project gezamenlijk opereren onder de naam OpenIJ, doken in de aanbestedingsprocedure honderd miljoen euro onder het een na hoogste bod. In totaal is een bedrag van vijfhonderd miljoen euro met de bouw van de nieuwe zeesluis gemoeid, die de haven van Amsterdam beter bereikbaar moet maken.

Kleppen

Het is dankzij een aantal foefjes dat BAM en VolkerWessels hun prijs zo laag konden houden, schrijft het Financieele Dagblad. Zo is door een slimmigheid maar één reservedeur nodig in plaats van twee. Verder is bedacht dat het in en uit de sluis laten van water goedkoper is wanneer dit met kleppen in de deuren gebeurt. Traditioneel loopt het water via kanalen in de zijwand.

Bouw zeesluis

De derde vondst heeft de twee aannemers nu in de problemen gebracht. Zij dachten dat het goedkoper zou zijn om de caissons van de sluisdeuren pneumatisch in de grond te laten zakken, door de grond eronder weg te spuiten. Hierdoor zou het niet nodig zijn een bouwkuip te graven, van waaruit met de constructie kan worden begonnen. De praktijk wijst echter uit dat deze caissons niet tegen de druk bestand zijn, wanneer dit op deze manier gebeurt. Dat maakt de inzet van extra, tijdelijke caissons voor de nieuwe zeesluis noodzakelijk.

Kwalitatief minder

Hennes de Ridder, emeritus hoogleraar integraal ontwerpen aan de TU Delft, wijst er in de krant op dat ‘de grootste zeesluis van de wereld nog nooit eerder is gebouwd’. “Dat kan een bouwer dus nooit begroten”, vindt hij. “Het zal altijd in de papieren lopen en op wat onderdelen misgaan. Want als je iets voor de eerste keer doet, is dat spannend en leuk maar kwalitatief is het minder.”

Zie ook: Start bouw nieuwe sluis Terneuzen