Baan-brekende of baanbrekende taal

Robots blijken vier tot zes keer efficiënter te werken dan orderpickende medewerkers, zo stond onlangs te lezen in de Logistiek Nieuwsbrief. Geen wonder dus dat robotisering oprukt in logistieke processen. En dat gaat ten koste van de orderpickers.

Jaap-Luikenaar

Door Jaap Luikenaar

In het artikel was de sombere inschatting dat daardoor op termijn in heel Europa zo een anderhalf miljoen banen komen te vervallen. Natuurlijk, het onderhoud en de ‘sturing’ van die robots zal nieuwe banen scheppen. In automatisering en technologie, dus van een ander kaliber dan het orderpicken. Bovendien zal het aantal nieuwe functies  slechts een fractie vormen van het aantal mannen en vrouwen dat nu in distributiecentra en magazijnen werkt, bestellingen verwerkt  en assisteert bij het laden en lossen van trucks.

En over trucks gesproken: ook daar doet de robotisering via zelfrijdende voertuigen haar intrede. Dus ook daar hetzelfde liedje als het om werkgelegenheid gaat. Nu nog niet, maar als we een paar jaar vooruitkijken…

‘Self driving technology’ kost de komende vijf jaar zo’n 3,5 miljoen truckers in de Verenigde Staten hun baan, zo voorspelt Satjot Sawhney, een Amerikaanse hotel – en reisgoeroe. Het beroep van trucker is de most common job in 29 van de 50 staten, zo schrijft hij. Waarom Sawhney zo zeker van zijn zaak is? In de Amerikaanse transportsector gaat enorm veel geld om en ook de salarissen liegen er niet om. Automatisering leidt tot een enorme besparing. Een vrachtwagenchauffeur  verdient er gemiddeld zo’n 80.000 dollar (70.000 euro) en dat is 30.000 dollar (26.000 euro) boven het gemiddelde jaarinkomen in de VS. Flink meer ook dan dat van een orderpicker in ons land die jaarlijks ruwweg  op 25.000 euro zit.

Voor JB Hunt bijvoorbeeld, met 1.900 truckers een van de grootste vrachtwagenconcerns in de VS, zou de ‘self driving revolution’ een besparing van maar liefst 1,5 miljard dollar per jaar opleveren. ”The money makes too much sense to ignore”, concludeert Sawhney. Die zelfrijdende truck komt er dus aan. Hij noemt zich weliswaar liefhebber van technologische innovatie, maar tegelijkertijd eindigt zijn artikel tamelijk visieloos en in mineur: “I do wonder what will become of the folks that currently drive trucks.”

Welzijn, de nieuwe welvaart

Gelukkig is daar Reinier Castelein , voorzitter van De Unie, de vakbond voor midden- en hoog personeel. Hij  heeft namelijk wél een visie op de gevolgen van robotisering voor werkgelegenheid en samenleving  en publiceerde vorige maand het boek ‘Welzijn is de nieuwe welvaart’. Daarin slaat hij een taal aan die voor de vakbeweging zeer ongewoon  genoemd mag worden. Zeg maar gerust: vloeken in de kerk. Want in plaats van het conservatieve hameren op het behoud van werkgelegenheid, vaste banen en andere verworvenheden kiest Castelein voor een nieuw economisch en sociaal model. Hij spreekt over de inclusieve samenleving waarin iedereen participeert. Hij blijkt zelfs voorstander van het invoeren van een basisinkomen, en een flexibeler kijk op werk.  Oude definities van werk en inkomen zijn aan vernieuwing toe en vragen om innovatief beleid. Stoppen dus met banenplannen en andere lapmiddelen. Dat is louter rondpompen van miljarden aan gemeenschapsgelden. (Meer)waarde creëren staat in zijn visie centraal, maar dan niet alleen economisch en financieel, maar ook op het gebied van welzijn, duurzaamheid en sociale betrokkenheid. Baanbrekende taal van een vakbondsman.

Of toch niet, want, zegt Castelein, ooit was de vakbeweging het progressieve bolwerk dat dingen realiseerde waar door anderen nog nooit over was nagedacht. Die voortrekkersrol moeten de bonden volgens hem weer oppakken. Dat houdt in: disruptief zijn en werken aan een nieuwe participatiesamenleving waarin welzijn centraal staat.

En wat betekent dat concreet voor de trucker en de orderpicker van morgen of overmorgen? Al fantaserend kom ik op een nieuwe functie die is gelinkt aan de orderpickende of self-driving robot die hun werk heeft overgenomen; met een basisinkomen en een aanvullend inkomen daarbovenop; met meer ‘vrije’ tijd, voor bijscholing, voor een training, vrijwilligerswerk, huishoudelijke taken, hobby en volop aandacht voor hun gezin en opa en oma.

Disruptief en baanbrekend. Nou en of. Wen er alvast maar aan. (Niet alleen als je in de transport-  of logistieke sector zit, want ook dienstverlening, verkoop, administratie en productie zijn sectoren die automatiseringsslagen maken.)