Meestal wacht ik met tanken totdat het oranje waarschuwingslampje van het dashboard oplicht, en een zachte pieptoon is te horen. Binnen zestig kilometer een tankstation vinden – misschien iets meer, maar dat heb ik nog niet aangedurfd. Eén keer de ervaring van zonder benzine voor een stoplicht staan is voldoende. Je auto de kruising over moeten duwen… wat een afgang.
Aan de pomp is de prijs van een liter benzine inmiddels tot onder de 1,40 euro gedaald. Gewoontegetrouw steek ik het vulpistool (mooi woord toch) in de opening van de tank en dan volgen een paar nutteloze minuten waarop je de gedachten de vrije loop kunt laten. Vroeger kon je nog eens om de auto heenlopen. Maar om overlopen en dus milieuschade te voorkomen is de vergrendeling van de handgreep afgeschaft. Wat moet het toch mooi zijn om bij dit soort lage prijzen in de transportsector of in de logistiek werken. Vorige maand nog prima omzetten tijdens sinterklaas en de kerst en voor dit jaar toch volop zekerheid dat de economie weer aardig aantrekt. En dat betekent lekker verdienen.
Een paar dagen later keek ik dus op bij het lezen van een blog op Logistiek.nl dat de logistiek allerminst automatisch lijkt te profiteren van het oplevende consumenten vertrouwen en de toenemende drukte in winkelcentra en woonboulevards. “De logistiek is een wonderlijke sector”, zo schrijft blogger Wijnand de Reeder (accountmanager bij Centric) en hij vervolgt: “Tarieven gaan wel naar beneden, maar tarieven verhogen is not done. De marktwerking van vraag en aanbod lijkt overal op te gaan, behalve in de logistieke sector.” De oorzaak is dat logistieke dienstverleners traditioneel veelal langdurige contracten afsluiten: met opslag- en distributiecentra, met het personeel en voor het wagenpark. Daar is op zich niets mis mee zolang aan de inkomstenkant ook de contracten met opdrachtgevers – verladers – maar langdurig van aard zijn. En juist daarin blijkt de laatste jaren veel veranderd. Langdurige relaties komen minder voor en maken plaats voor kortere ‘liefdes’ en wisselende partners. En dat legt een druk op de tarieven: uitknijpen dus eigenlijk.
Wie zijn inkoopkosten als logistiek dienstverlener niet verder kan verlagen moet – om toch te kunnen blijven concurreren – andere wegen bewandelen. Hoe? Een paar voorbeelden: allereerst innoveren, zowel in technisch als organisatorisch opzicht. Denk bij planning aan minder ‘leegrijden’ en minder filerijden door vervoer in avond en nacht. Daarbij helpt slimmer (durven) samenwerken en meer kennis delen. (Best lastig soms, want het betekent dat je je eigen duur verworven kennis niet meer voor jezelf houdt.) En als laatste voorbeeld: meer digitaal afhandelen teneinde tijdrovende en energievretende papieren rompslomp omzeilen.
Logistiek op wereldniveau
Naar buiten toe staat de logistieke sector er ondanks de genoemde ‘uitknijperij’ allerminst slecht voor. In Nederland-Transportland zijn de logistieke hubs van wereldniveau, zo constateerde ook vastgoedadviseur CBRE-Research in een recent onderzoek. Dat Rotterdam sinds jaar en dag Mainport numero uno van Europa is, is algemeen bekend. Ten onrechte worden ‘we’ daarnaast nog vaak gezien als grootste wereldhaven. Maar inmiddels zijn we, dankzij China, gezakt naar plek elf. Geen nood, laat ik daar steevast op volgen, hoe groter die Aziatische havens groeien, hoe meer spul er van daaruit naar Europa wordt gevaren. Via de Maasstad dan wel te verstaan.
Mooi nieuws uit het CBRE-onderzoek is verder dat Amsterdam, maar zeker ook Tilburg, Eindhoven en Venlo tot de twintig snelst groeiende logistieke hubs ter wereld behoren. De Brabantse achterland-as is van megabelang en pikt tegelijkertijd een flink graantje mee
Het mes snijdt van twee kanten: zonder achterlandcorridors en hubs geen mainports en zonder mainports geen corridors. En hoewel de bereikbaarheid van de haven dankzij de A4 door Midden Delfland en de verbrede A15 – inclusief nieuwe Botlekbrug (als-ie het straks goed doet, tenminste) nu flink is verbeterd, is het zaak die Brabantroute (A16, A58, A59, A67) goed in de gaten te houden – lees: open te houden.
Mijn thuis-pompstation – waar ik voor 1,39 euro tank – staat bij wijze van spreken in de oksel van knooppunt De Hogt, een naam die op de radio veel te vaak in de filelijsten voorkomt.